In de 
Formule 1 kan het tij snel keren. Neem McLaren, dat de eerste weken van het seizoen ‘23 in de achterhoede verkeerde. Inmiddels heeft er een enorme metamorfose plaatsgevonden en is 
McLaren het te kloppen team. In Hongarije uitte zich dat in een overtuigende één-twee van de papaya-brigade. Het geheim achter de enorme ommekeer? Christijan Albers heeft wel een idee.
Nadat het vorige seizoen zo dramatisch was begonnen, besloot CEO 
Zak Brown van McLaren een enorme personele shuffle in de top van het management door te voeren. James Key - de toenmalig technisch directeur - was één van de voornaamste slachtoffers van de herstructurering. McLaren besloot om diens functie over verschillende mensen te verdelen. Eén van hen was Rob Marshall, die medio mei 2023 werd losgeweekt bij 
Red Bull Racing.
Weliswaar bagatelliseerde Red Bull het vertrek van de Brit, die eindverantwoordelijk was voor de bolides waarmee 
Sebastian Vettel viermaal kampioen werd, volgens Albers wordt Marshall toch node gemist. In de podcast van 
de Telegraaf zegt hij: 
“Hun grootste verlies is Rob Marshall. en het draait tegenwoordig om de beste mensen weg te kapen bij andere teams”, aldus de voormalig 
F1-coureur.
Albers ziet McLaren na komst Marshall schitteren
Pas begin 2024 kon Marshall na het gardening leave aan de slag bij McLaren en Albers denkt dat het de Brit is die ervoor heeft gezorgd dat het team nu zo sterk is. “[Teambaas] Andrea Stella krijgt veel te veel fame. Hij heeft niet de auto gebouwd. Het is echt Rob Marshall die zijn handtekening zette bij [CEO] Zak Brown en vier races later gingen ze als de brandweer.”