Daniel Ricciardo
Red Bull Contentpool
F1 Nieuws

Ricciardo onthult oorsprong van legendarische bijnaam: 'Heel schattig!'

19:45, 23 aug
1 Reacties
Daniel Ricciardo heeft het verhaal achter zijn beroemde bijnaam ‘honey badger’ onthuld en gaf toe dat zijn natuurlijke persoonlijkheid hem misschien heeft tegengehouden om langdurig succes in de Formule 1 te boeken.
De Australiër begon zijn F1-carrière in 2011 bij het achteraan rijdende HRT, voordat hij voor Toro Rosso, Red Bull, Renault, McLaren en recentelijk Racing Bulls reed. Tussen 2014 en 2018 vestigde Ricciardo zich als een van de meest opwindende coureurs in de sport, met gedurfde inhaalacties en onbevreesde racevaardigheden. Die eigenschappen leverden hem de bijnaam ‘honey badger’ op, en dat was niet zomaar een geuzennaam.
Tijdens de Ray White’s Connect-conferentie legde Ricciardo uit hoe het dier zijn alter ego werd. “Honey badgers zijn knuffelig en schattig, heel slim,” lachte hij. “Maar als iemand iets van ze afpakt, vechten ze terug. Dat was een beetje mijn alter ego achter het stuur.”
Sinds zijn vertrek bij Racing Bulls na de Grand Prix van Singapore in 2024, en na een mogelijke zitplaats bij Cadillac, heeft Ricciardo officieel zijn pensionering uit de Formule 1 aangekondigd.
Ricciardo bij de Grand Prix van Singapore in 2024

Ricciardo geen ‘geboren killer’

Terugkijkend op zijn carrière gaf Daniel Ricciardo toe dat een echt “killer instinct” nooit vanzelf bij hem kwam. “Er zat altijd wel een competitieve kant in me, al sinds ik een kind was. Ik wilde altijd winnen in alles wat ik deed. Maar dat echte killer instinct moest ik ontwikkelen. Van nature ben ik eerder ontspannen,” zei Ricciardo.
Hij gaf zijn vroege trainer, Stu Smith, de eer voor het leren oproepen van die mentaliteit op de momenten dat het er echt toe deed. “Eén van mijn eerste trainers, Stu Smith, heeft dat echt uit mij gehaald. Ik moest er hard aan werken, maar als ik het losliet voelde het goed. Het is fijn om soms een badass te zijn.”

Ricciardo kon geen killer zijn 24/7

Toch gaf Ricciardo toe dat het niet vol te houden was om altijd stoer en agressief te zijn. “Het zou me te veel energie kosten om de hele tijd zo te doen, omdat het niet natuurlijk voor me is. Ik zag andere coureurs die dat killer instinct van ’s ochtends tot ’s avonds hadden, en ik wenste dat ik zoals zij kon zijn. Mensen zagen me lachen en grappen maken, en ze zagen dat soms als zwakte en onderschatten me daardoor. Maar als ik mijn helm opzette, dacht ik: ‘Oké, nu is het tijd om stoer te zijn, net als de anderen.’”