René Lammers droomt van een carrière in de Formule 1; een klasse waarin zijn vader Jan in een grijs verleden reeds actief was. Afgelopen week werd bekend dat Fernando Alonso en diens managementbureau A14 het Nederlandse talent daarbij gaat helpen. Na een succesvol verlopen Grand Prix van Nederland - waarvan Jan de sportief directeur is - was er nog een heuglijk feit voor de familie Lammers te melden. René had zich verbonden aan A14, het hoog aangeschreven managementbureau, dat bijvoorbeeld de zaken behandelt van Gabriel Bortoleto.
In Monza - aan de vooravond van de Italiaanse Grand Prix - vroeg
GPblog aan mede-eigenaar Fernando Alonso naar het vastleggen van Lammers door zijn bedrijf. Dat de Nederlander, succesvol in het Spaanse
F1-kampioenschap, de F1 gaat halen, is natuurlijk nooit een zekerheid, zo zei de tweevoudig wereldkampioen. Maar hij schat zijn pupil wél hoog in.
Alonso onder de indruk van Lammers
“Op die leeftijd weet je nooit wat de toekomst brengt”, reageerde Alonso.“ Elke coureur die we bij A14 halen, proberen we natuurlijk zoveel mogelijk te helpen om zijn of haar dromen waar te maken.”
“Uiteindelijk draait het erom dat je een professioneel coureur wil worden. als je in een juniorteam zit, moet je normaliter geld investeren, is alles duur en moet je elk jaar besluiten wat de volgende stap is. Daarbij ben je een beetje afhankelijk van je budget.”
“Dus als we erin slagen om coureurs profs te maken, dat je betaald krijgt om in de toekomst dit als werk te doen, dat is het eerste doel. De Formule 1 bereiken, dat is natuurlijk de droom van alle jonge coureurs. Het probleem in de Formule 1 is dat er maar 22 plekken zijn, dus daar moet je wel tussen kunnen komen.”
Voor Lammers staat dat in de sterren geschreven, maar de signalen zijn volgens Alonso positief: “Hij heeft het talent, hij was extreem snel in de kartsport, hij heeft de aandacht getrokken van veel Formule 4-teams en hij doet het erg goed in de single seaters.”
“Hij is zonder twijfel een van de meest veelbelovende coureurs die we in de single-seaters hebben en onze academie hebben”, besloot Alonso.