Sinds jaar en dag kiest een groot deel van het F1-veld voor een thuisbasis in Monaco. Behalve Verstappen hebben onder anderen
Lewis Hamilton,
Daniel Ricciardo,
Lando Norris,
Sergio Perez, Alex Albon,
Valtteri Bottas en
Nico Hulkenberg een optrekje in de dwergstaat aan de Middellandse Zee. Ook
Charles Leclerc mag niet ontbreken: de
Ferrari-coureur is immers geboren en getogen in Monaco.
Maar wat maakt Monaco nou zo aantrekkelijk voor Verstappen en zijn collega-F1-coureurs? Natuurlijk heeft het prinsdom de fantastische ligging mee, en daarnaast is het een belangrijke locatie voor de koningsklasse van de autosport vanwege de historische GP van Monaco die jaarlijks wordt verreden door de straten van Monte Carlo.
Dit is echter niet de enige reden waarom veel F1-coureurs kiezen voor Monaco als uitvalsbasis. De glamoureuze dwergstaat is een belastingparadijs, waar inwoners geen inkomensbelasting en bovendien
geen vermogensbelasting hoeven af te dragen. Ook erfenissen en schenkingen zijn belastingvrij.
Gezien het salaris van Verstappen loopt de besparing ten opzichte van andere landen al gauw in de miljoenen.