Ook in Imola lijkt McLaren opnieuw het te kloppen team.
De voorsprong over één ronde is aanzienlijk, maar vooral in racetempo maken
Oscar Piastri en Lando Norris indruk. Voor Red Bull en Mercedes ziet het er
minder rooskleurig uit, terwijl Ferrari op zijn thuiscircuit wel eens zou
kunnen verrassen. GPblog analyseert de longruns op basis van de tweede vrije
training. Red Bull en Mercedes vallen tegen
Red Bull Racing hoopte met de updates aan de RB21 het gat
naar McLaren enigszins te dichten. Toch is het zelfs volgens Helmut Marko
duidelijk dat het updatepakket nog niet het gewenste effect heeft.
In zijn racesimulatie wist hij geen enkele ronde onder de
1:20 te rijden. Zijn snelste tijd, een 1:20.244, werd gevolgd door rondes
tussen 1:20.9 en 1:20.2.
Verstappen klaagde opnieuw over balansproblemen, net als
eerder dit seizoen. De spreiding in zijn rondetijden — met uitschieters
richting de 1:21 — onderstreept die instabiliteit. Het enige lichtpuntje was
dat teamgenoot Yuki Tsunoda met zijn gemiddelde rondetijd slechts iets
langzamer was dan Verstappen.
Max Verstappen rijdt de RB21 in Imola
Antonelli sneller dan Russell bij Mercedes
Bij Mercedes viel vooral Andrea Kimi Antonelli op. De jonge
Italiaan reed meerdere rondes in de 1:20.0 en bleef constant onder de 1:20.5,
met een gemiddelde van 1:20.2 over zeven ronden.
George Russell kwam niet in de buurt. Zijn beste ronde was
een 1:20.281, maar in de slotfase zakte zijn tempo zichtbaar in. In de laatste
vier ronden liep zijn tijd telkens met zo’n drie tienden op, vermoedelijk door
bandenslijtage.
Ferrari het dichtst bij McLaren
Ferrari komt nog het dichtst bij McLaren in de long runs.
Charles Leclerc was de snelste van het team met twee ronden onder de 1:20
(1:19.6 en 1:19.9), terwijl Lewis Hamilton er met een 1:19.7 slechts marginaal
achter zat. Op gemiddelde rondetijd kwam Hamilton precies één tiende tekort ten
opzichte van Leclerc.
Beide Ferrari-coureurs verbeterden hun tijden richting het
einde van hun stint, al moet daarbij worden opgemerkt dat Imola relatief weinig
bandenslijtage kent — en dus gunstig is voor langere runs.
McLaren blijft echter de maatstaf. Oscar Piastri was de
snelste in de longruns met een gemiddelde van 1:19.976, gevolgd door Norris met
1:19.998. Piastri bleef vrijwel zijn hele run in de 1:19 rijden en sloot af met
een sterke 1:19.7. Norris kwam niet onder de 1:19.787, maar bleef ook constant.
De Britse renstal is dus wederom duidelijk het te kloppen team.
Co-auteur: Norberto Mujica