Wat een feestelijke thuisrace had moeten worden voor de Franse renstal is tot nu toe geen onverdeeld succes. Toch houdt de goedlachse Australiër de moed erin.
Dit weekeinde is het precies veertig jaar geleden dat Renault zijn eerste Grand Prix won. Dat gebeurde op het circuit van Dijon, en was ook op een andere manier een bijzondere primeur. Die dag won er namelijk ook voor de eerste keer een auto met een turbomotor een Formule 1 Grand Prix. Het bleek de opmaat voor een zeer glorieuze aanwezigheid in de sport; met name in de jaren negentig zegevierde Renault ongekend.
Inmiddels zijn overwinningen voor Renault niet meer zo vanzelfsprekend. Vorig jaar was bepaald geen succes, maar dit jaar gaat het allemaal nog stroever voor het team van Cyril Abiteboul.
Voor de Grand Prix in het thuisland op het circuit van Paul Ricard in de Provence had Renault dan ook heel wat verbeteringen aan de auto beloofd. Maar of die verbeteringen de auto's echt beter maken, valt nog te bezien. In de eerste twee vrije trainingen was de Franse renstal nog niet echt competitief.
Toch houdt
Daniel Ricciardo, steevast de snelste van de twee Renault-coureurs, de moed erin na de tweede vrije training. Zo zegt de goedlachse Australiër: "
vandaag was positief, al reflecteren de tijden niet echt hoe de auto voelde."