Valtteri Bottas beleefde in 2018 een compleet rampjaar. De start in Melbourne was moeizaam, na een crash in de kwalificatie, maar na Baku had Bottas met meer geluk eerste kunnen staan in het kampioenschap. Het liep echter anders en dus moest de Fin werken aan zichzelf in de winter, om een volgende stap te maken.
In de column van Will Buxton,
op het officiële kanaal van de Formule 1, schrijft hij over de ontwikkeling die Bottas door de jaren heen heeft gemaakt.
‘’Iedereen vergeet snel dat je een enorm talent was en de manier waarop je eerder al hebt geïmponeerd. Bottas stond dikgedrukt in de kranten toen hij in de junior categorieën één van de grootste talenten sinds jaren bleek en ook in de Formule 1 heeft hij al prachtige dingen laten zien.’’‘’Hij stapte na een tussenjaar direct in de Williams en behaalde meteen goede resultaten. Podia en topresultaten in de kwalificatie zouden snel volgen, waarna een stap naar Mercedes alsnog veel mensen verraste. ‘Waarom niet Hulkenberg of Ricciardo’, was de vraag in het paddock, maar men vergat hoe snel de Fin was.’’
‘’In 2017 deed hij het onmogelijke, met enkele pole’s, drie overwinningen en dertien podia. Hij stapte nieuw in de wagen van de wereldkampioen, naast een getergde drievoudig wereldkampioen die zojuist weer hernieuwde energie had gevonden om het team nog meer naar zijn hand te zetten. De vader van Hamilton noemde de move van Bottas niet voor niets een ‘carrière killer’.’’
‘’In 2018 zat alles tegen, na een geweldige start. Hij wist het niet meer en kwam zichzelf enorm tegen. Als hij eindelijk weer pace had in een race werd dat hem wel afgenomen door betrouwbaarheid of het team en dus zocht Valtteri deze winter zijn thuisland weer op en toen ik hem opzocht vond ik een hernieuwde Bottas. Nog steeds dezelfde aardige, nette jongen, maar met een scherp randje. Gebrand op succes en gebrand om de wereld te laten zien wat hij kan. Niet meer naast Hamilton aanschuiven, maar zijn eigen show draaien. Dit jaar zien we een upgrade van Bottas, met misschien wel grote gevolgen’’, besluit Buxton zijn column.