De Grand Prix van Nederland leverde een spannende en
enerverende race op, waarin Oscar Piastri zijn eerste plaats wist te
controleren en uiteindelijk de overwinning mee naar huis nam. Achter de
McLaren-coureur kon Max Verstappen de tweede plaats behouden (na de uitvalbeurt
van Norris) dankzij een zeer sterke start en een solide race. Ferrari kende een
bijzonder moeilijk weekend met een dubbele uitvalbeurt, terwijl ook Mercedes te
lijden had. Dankzij de vele uitvallers voor hem wist George Russell toch nog als
vierde over de finish te komen. Te beginnen met het stabiele McLaren, het team leverde vanaf
VT1 al uitstekend werk: Norris voelde zich zowel in VT1 als VT2 zeer
comfortabel in de auto, met enkele tienden voorsprong op zijn teamgenoot Oscar
Piastri. De MCL39 paste uitstekend bij dit circuit, dat veel downforce en
stabiliteit vraagt, evenals de noodzaak om de bandentemperaturen onder controle
te houden – allemaal aspecten waarin McLaren uitblinkt.
Daardoor konden beide coureurs extreem snel zijn in alle
drie de sectoren, met name in de eerste en derde sector, dankzij het vermogen
om met hogere snelheid door de middel- en hogesnelheidsbochten te gaan. Dit was
mogelijk door de grotere downforce die de Venturi-kanalen genereerden.
Bovendien bracht het team dit weekend een nieuwe achtervleugelspecificatie mee
(al eerder geanalyseerd in een aparte analyse), die vooral bedoeld was om de
topsnelheid te verbeteren op lay-outs met middelhoge downforce, terwijl
stabiliteit en balans in de langzamere secties behouden bleven.
Het resultaat van al deze technische keuzes was McLarens
dominantie van VT1 tot en met de laatste ronde van de race: nadat Norris in
alle drie de trainingen de snelste was geweest, wist Piastri poleposition te
pakken met slechts 0,012 seconde voorsprong op zijn teamgenoot. Interessant was
bovendien dat Piastri en Norris de enigen waren die het ronderecord van Max
Verstappen uit 2021 wisten te verbreken, wat opnieuw bewees dat hun auto
superieur was aan de rest van het veld.
Vloer MCL39 geïntroduceerd in België
Ook in de race veranderde er weinig: na een sterke start van
Verstappen, waarmee hij Norris wist te passeren, heroverde de Brit zijn tweede
plaats in ronde 9, toen de Nederlander begon te worstelen met zijn softs. Vanaf
dat moment was het een McLaren-onderonsje, waarbij Norris bijna 50 ronden lang
druk uitoefende op Piastri. Toch lukte het hem nooit om binnen de DRS-zone te
komen en een aanval te plaatsen.
Opvallend was vooral het vermogen van de MCL39 om de banden
snel op temperatuur te krijgen: na de tweede safety car in ronde 53 besloten
alle drie de koplopers nieuwe banden te halen. Verstappen koos voor softs,
terwijl de beide McLarens de gok namen met harde banden. Dat leek een gewaagde
keuze die nadelig kon uitpakken, maar Piastri reed in zijn eerste ronde na de
herstart direct een 1:13.1 en sloeg een gat van meer dan een seconde naar
Norris en Verstappen. Dit benadrukt het vermogen van de MCL39 om in alle
omstandigheden snel de banden op te warmen en er meteen maximale prestaties uit
te halen, ongeacht de compound.
Zeven ronden voor het einde sloeg echter het noodlot toe:
Lando Norris kreeg te maken met motorproblemen door een olielek en moest zijn
MCL39 aan de kant zetten. Daarmee kwam er een einde aan McLarens hoop op een
vijfde één-twee op rij. De exacte oorzaak van het defect wordt nog onderzocht.
Het zal interessant zijn om te zien of de motor nog te repareren valt of dat
Norris een gridstraf riskeert omdat hij zijn vijfde motor (ICE) van het seizoen
moet gebruiken.
Red Bull: moeizame vrijdag, perfecte comeback
Dan naar Red Bull, dat een moeilijke start van het weekend
kende, maar door een grote ommekeer tussen vrijdag en zaterdag alsnog een
tweede plaats voor Verstappen veiligstelde. In VT1 en VT2 was de RB21 lastig te
besturen, vooral in de langzame secties en lange bochten (zoals bocht 9, 10 en
de chicane 11-12). Hardnekkig onderstuur zorgde voor veel tijdsverlies. Dit
gebeurde ondanks enkele kleine updates aan de voorvleugel, met onder meer een
aangepaste bovenste flap (grotere koorde, meer downforce bij medium- en
hogesnelheid) en een kleine winglet bij de neusverbinding.
Red Bull's kleine veranderingen aan de voorvleugel van de RB21's
Deze updates leken weinig effect te hebben: Verstappen sloot
VT1 af als zesde, worstelend op de softs. In VT2 werd hij vijfde, op bijna zes
tienden van Norris, met een racesimulatie die gemiddeld drie tienden trager was
dan de McLarens. De auto leek zich beter te gedragen op de hardere compounds
(C3-mediums en C2-hards), omdat die minder snel oververhit raakten. Helmut
Marko gaf na afloop van de tweede training aan: “Ja, het is nog steeds dat
onderstuurprobleem dat omslaat in overstuur. De juiste balans vinden is iets
waar we het hele seizoen al mee worstelen.”
Om dit te verhelpen besloot Red Bull de auto volledig om te
gooien: zonder zichtbare veranderingen aan de buitenkant, maar met aanpassingen
aan de mechanische afstelling en het downforce-niveau. Er werd minder downforce
gebruikt om de aerobalans naar de vooras te verschuiven, zodat Verstappen meer
vertrouwen kreeg in de grip. Deze mechanische wijzigingen zorgden bovendien
voor meer stabiliteit in het middensector, met name in de bochtencombinatie
8-9-10 waar de auto op vrijdag veel verloor.
Verstappen tijdens de kwalificatie in Zandvoort
Het resultaat was direct merkbaar. In VT3 voelde Verstappen
zich veel comfortabeler en in de kwalificatie pakte hij P3, slechts 0,263
seconde achter Piastri. Vanuit die positie kon hij in de race vol risico nemen.
Hij startte op softs, haalde Norris in met een knappe manoeuvre in bocht 2/3 en
reed zo naar P2. Toen de banden degradeerden verloor hij die plek weer, maar
hij hield genoeg snelheid over om zijn RB21 naar het podium te brengen.
Na de vele updates die Red Bull de afgelopen races heeft
geïntroduceerd, lijkt duidelijk dat overwinningen voorlopig alleen op
specifieke circuits mogelijk zijn. McLaren is in normale omstandigheden te
sterk. Toch liggen er kansen in Monza en Las Vegas, waar de lage
downforce-karakteristieken Red Bull beter zouden moeten liggen. In Spa toonde
de RB21 dat nog eens aan, met Verstappens winst in de Sprint. Hoe McLaren zich
aanpast aan dit type circuits kan beslissend zijn, zeker omdat hun auto meer
moeite heeft op banen met weinig degradatie en grainingproblemen aan de
voorbanden, zoals in Suzuka en Imola. Daardoor kan de volgende race zomaar een
uitgelezen kans zijn voor Verstappen om weer eens een Grand Prix te winnen.
RB21's lage downforce achtervleugel gebruikt in Spa-Francorchamps
Ferrari en Mercedes: weekend om snel te vergeten
Ferrari begon dramatisch. Beide auto’s stonden in VT1 buiten
de top tien, met een compleet verkeerde set-upbasis. Leclerc en Hamilton
klaagden beiden over een ongebalanceerde auto, vooral in de tweede sector waar
ze veel tijd verloren. De SF-25 gleed zowel aan de voor- als achterkant door de
langzame bochten, een probleem dat al sinds het begin van het seizoen
terugkomt.
Leclerc legde na de kwalificatie uit: “Ik denk dat het
gewoon de karakteristieken van dit circuit zijn die onze zwaktes benadrukken.
Zoals in bocht 9 en 10, daar verliezen we bizar veel tijd en helaas kunnen we
daar weinig aan doen.” De prestaties verbeterden licht in VT2, maar het
lukte de engineers niet de kernproblemen op te lossen. Uiteindelijk
kwalificeerden Leclerc en Hamilton zich als zesde en zevende, wat na vrijdag
alsnog vooruitgang betekende.
Leclerc tijdens Free Practice 2 in Zandvoort
In de race kende Leclerc een geweldige start en reed hij op
P5, maar hij miste het tempo om Hadjar in te halen. Na de pitstop tikte
Antonelli hem echter uit de race. Hamilton maakte het einde van Ferrari’s
weekend compleet door in bocht 3 de muur te raken bij de jacht op Russell.
Mercedes had evenmin reden tot juichen. Het Zandvoortse
circuit lag de W16 niet, met oververhitte achterbanden als gevolg. Dat kostte
veel tijd, en de incidenten met Leclerc deden er nog een schep bovenop. Russell
verloor delen van zijn bodywork na contact, waardoor zijn auto veel downforce
en snelheid kwijtraakte. Antonelli kreeg bovendien een tijdstraf voor zijn tik
op Leclerc en eindigde buiten de punten.