Norris komt met reactie op luid boegeroep van Mexicaanse F1-fans

Terwijl Charles Leclerc en Max Verstappen luid werden toegejuicht, klonk er richting de McLaren-coureur vooral boegeroep vanaf de tribunes. Norris laat zich er niet door uit het veld slaan: “Mensen mogen doen wat ze willen. Ze hebben het recht om dat te doen als ze willen. Zo is deze sport soms. Geen idee waarom, maar als het gebeurt moet ik altijd lachen. Het maakt het eigenlijk alleen maar vermakelijker. Natuurlijk heb ik liever dat mensen voor me juichen, maar het is prima.”

De Brit zegt niet te begrijpen waar het negatieve geluid vandaan kwam, maar benadrukt dat het hem weinig doet. “Ik concentreer me gewoon op mijn werk”, vervolgt hij. “Het gebeurde ook al in Monza en op een paar andere plekken. Ik weet niet waarom, maar ik moet gewoon lachen als het gebeurt. Dus als ze ermee door willen gaan, mogen ze dat doen.”

Tijdens de persconferentie krijgt Norris vervolgens uitleg van een Mexicaanse journalist over de reden van het boegeroep. Volgens hem zouden veel Mexicaanse fans vinden dat Norris het kampioenschap cadeau krijgt na een aantal discutabele momenten dit seizoen. Een van die voorvallen betrof de race waarin McLaren een fout maakte bij de pitstopstrategie en Norris uiteindelijk de positie terugkreeg, wat hem drie extra WK-punten opleverde.

“Als mensen dat willen denken, hebben ze daar alle recht toe”, reageert Norris. “Wij als team proberen altijd eerlijk te zijn. Dat was ook onze houding toen, net als twee jaar geleden in Boedapest, toen ik Oscar moest laten winnen omdat hij dat verdiende. Dit keer was het gewoon een verkeerde beslissing van ons team om mij als eerste te laten stoppen. Als ze die drie punten willen, mogen ze ze hebben. Maar ze mogen denken wat ze willen. Oscar verdiende zijn zege vorig jaar in Boedapest, en ik verdiende het om in Monza vooraan te blijven.”

Ondanks de negatieve reacties van het publiek zegt Norris dat dit soort situaties nu eenmaal bij de sport horen. “Als mensen boe willen blijven roepen, mogen ze dat doen. Ik blijf gewoon lachen.”