Een putdeksel die omhoog knalt en de FW42 van George Russell volledig om zeep helpt. De eerste training in Baku verliep niet bepaald zonder drama (de takelwagen reed tegen een brug aan, waarna er olie over het wrak van Williams droop) en de coureurs moesten hoofdschuddend toekijken hoe hun oefentijd wegtikte.
Kimi Raikkonen schudde zijn hoofd het hardst van allemaal: “Alsof we een groep amateurs zijn”, foetert de Fin na afloop van de vrijdag.
“Het is aan de FIA om er voor te zorgen dat elk circuit nagenoeg perfect in orde is. Maar elk jaar weer lijkt het erop dat er ergens wel een putdeksel niet goed vastzit. Ze zeggen ‘ja, die lassen we dicht’, maar blijkbaar is dat bij eentje niet gebeurd. Zij hebben toch genoeg mensen hier om elke deksel te controleren? Dat mag je verwachten, aangezien het niet de eerste keer is dat het hier gebeurt.”
Niet alleen in Baku vliegen de putdeksel in het rond, in 2017 zorgde een dergelijke putdeksel ook voor een crash van Romain Grosjean in Maleisië. Eén jaar eerder was het ook in Monaco raak, deze keer was Jenson Button het slachtoffer.
“Gelukkig is er niemand gewond geraakt, maar het heeft wel iedereens dag verprutst. Ook voor de mensen die kwamen kijken, is het niet ideaal dat een volledige sessie verdwijnt.”
Net als de andere coureurs betekende het verdwijnen van VT1 des te meer werk in VT2. Iets dat werd bemoeilijkt door het weinige rubber op de baan: Normaliter is er in VT2 al negentig minuten extra gereden en is het asfalt dus minder glad.
“Nu was de sessie verwarrend en dat is jammer. Het belangrijkste is denk ik om de banden op temperatuur te krijgen, dan zien we wel wat de volgende uitdaging is.”