Andrea Kimi Antonelli kende in Zandvoort een zwaar
weekend, dat eindigde in een crash met Charles Leclerc en meerdere straffen.
Toch benadrukt Mercedes-vertegenwoordiger Bradley Lord dat er ook positieve
punten te zien waren bij de jonge Italiaan.
Antonelli ging in duel met Leclerc in de fout, waarbij de
Monegask hard de muur in vloog. Zijn eigen race was daarmee eveneens verpest.
Daarbovenop kreeg hij nog een tweede straf wegens te hard rijden in de
pitstraat. Het leverde hem een storm aan kritiek op, waaronder van Jacques
Villeneuve, die het incident met Leclerc beschreef als ‘een Formule 4-actie’
en stelde dat ‘F1 te veel voor hem is.’
De Italiaan moet het weekend snel achter zich laten en zich
richten op Monza, waar zijn eerste thuisrace in de
Formule 1 wacht – met de
nodige druk op zijn schouders.
Leerjaar bij Mercedes voor Antonelli
In de gebruikelijke nabeschouwing blikte Lord terug op het
weekend van Antonelli. “Naarmate mensen hun evaluaties halverwege het
seizoen maken, heeft Kimi wat kritiek gekregen en zijn er misschien suggesties
dat het niet goed gaat. Wij zijn er altijd heel duidelijk over geweest dat dit
een leerjaar voor hem is. Het is nog erg vroeg, hij is nog erg jong en staat nog
aan het begin van zijn loopbaan. We weten dat er fouten zullen zijn, maar we
kijken naar de signalen dat hij leert, dat hij ervaring opbouwt en zich
ontwikkelt als Formule 1-coureur.”
Ondanks de nulscore en de straffen ziet Lord vooruitgang. “Als
je naar zijn race pace kijkt, naar de stap die hij maakte in de kwalificatie –
ondanks een moeilijke training – dan zitten er heel veel goede ingrediënten
bij. Het kwam in Zandvoort niet samen door de straffen voor de crash en voor te
hard rijden in de pitstraat. En ook door wat incidenten in de trainingen. Maar
als we naar de pure onderliggende performance kijken, zien we goede progressie
en meer vertrouwen in de auto nu we terug zijn gegaan naar de eerdere
afstelling van de achterwielophanging.”
Tot slot sloot Lord af: “We hopen dat dat vertrouwen
verder groeit en dat Kimi’s prestaties zich de komende races op dezelfde manier
blijven ontwikkelen.”