Fernando Alonso was na afloop van de Grand Prix van
Groot-Brittannië niet te spreken over het strategische team van Aston Martin.
Volgens de Spanjaard zat vooral zijn kant van de garage er altijd naast. Fernando Alonso had zich op een knappe negende plek gekwalificeerd
voor de Britse Grand Prix. Een goede positie om in de regen toe te kunnen
slaan, maar het was juist teamgenoot
Lance Stroll die daar vanaf P18 van
profiteerde. Na afloop van de race stond Alonso de media dan ook gefrustreerd
te woord.
‘’P3 was mogelijk. Ik begon vanaf P7 (Bearman en Antonelli
kregen een gridstraf) en finishte P9. Nico begon P19 en eindigde P3. Als je het
goed doet in deze omstandigheden, dan zie je wat het resultaat kan zijn. Het
lijkt alsof we de strategie niet voor elkaar krijgen in deze omstandigheden,
zeker aan mijn kant van de garage. Op de een of andere manier zijn we altijd te
traag met reageren’’, zei Alonso ten overstaan van GPblog.
Had Alonso op het podium kunnen eindigen?
Gevraagd in hoeverre dit een beslissing is van het team
of samenwerking tussen de coureur en het team, maakte Alonso duidelijk dat hij
hier zelf weinig aan kon doen. ‘’Ik heb de ervaring, maar ik heb de data niet.
Als ik alles in de cockpit zou hebben en de weerradar, bandentemperatuur,
graining, tijden van anderen en alle andere factoren die meespelen kan zien.’’
‘’Als ze mij naar binnen roepen, dan kom ik naar binnen.
Ik kan alleen feedback geven over de omstandigheden op de baan, veel meer kan
ik niet doen. Wie zegt dat de coureur de beslissing maakt in de races en
daardoor wint, dat is echt bulls*t. Deze races wordt gewonnen op data, met alle
parameters in de wagen.’’
Lance Stroll lag even op de derde plek, maar klaagde na
afloop van de race over de slijtage van zijn banden. Hiermee geconfronteerd,
zei Alonso: ‘’Ik had liever zijn plek op de baan gehad en dan met de slijtage
proberen te dealen. Ik lag namelijk op P14 toen iedereen naar de slicks ging.’’