Volgens een analyse van
RaceFans zitten er grote verschillen in de efficiëntie van de
Formule 1-teams wat betreft de investeringen in de wagen in verhouding tot de verbeteringen in rondetijden.
De budgetsverschillen zijn groot in de F1. Een team als
Mercedes of
Ferrari heeft veel meer te besteden dan Haas of
Williams en zal daarom voor blijven liggen zolang Liberty Media geen plafond introduceert. En zelfs dan is het de vraag hoe dicht de teams daadwerkelijk bij elkaar komen.
Big spenders
Afgelopen jaar spendeerden de constructeurs gezamenlijk 2,2 miljard dollar aan het bouwen van een bolide en het runnen van de teams. Niet verrassend hadden de topteams daar het grootste aandeel in met budgetten van 300 miljoen (
Red Bull) tot 400 miljoen en hoger (Mercedes en
Ferrari).
McLaren is met 220 miiljoen vierde, alleen is dat niet terug te zien in de eindstand.
Tussen het op vijf na grootste team (
Renault) en de kleinste (
Haas) zit een kloof van ‘slechts’ zestig miljoen dollar. Daar is de ontwikkelingsstrijd dan ook het felst gebleken en wisselden de coureurs elkaar vaak af gedurende de raceweekenden.
Punten en rondetijden
Interessanter is hoe groot de kosten waren in verhouding tot de gescoorde punten. Daaruit blijkt dat
Williams pijnlijk inefficiënt was, te verklaren door de schamele zeven punten die de renstal binnen sprokkelde. Eén punt kwam voor Williams neer op ruim 21,5 miljoen dollar, terwijl Toro Rosso volgt met een veel minder schokkend getal: 4,54 miljoen dollar per punt.
Ook wat betreft de rondetijden moest Williams het letterlijk duur bekopen. Om een seconde te winnen aan rondetijden over de laatste (dus meerdere) seizoenen spendeerde de Britse renstal 450 miljoen dollar. Daarmee staat het zelfs boven Mercedes en Ferrari, die vanwege hun grote budgetten veel kunnen investeren in de zoektocht naar die laatste beetjes aan performance. Het onderstreept hetgeen
Claire Williams al benoemde: "zonder plafond zijn we er geweest".
Lees hier het artikel van RaceFans voor een volledig overzicht van de grafieken.