Als teambaas van Prema Racing bewijst René Rosin jaar na jaar een scherp oog voor talent te hebben. Charles Leclerc, Oscar Piastri, Andrea Kimi Antonelli en Oliver Bearman maakten bijvoorbeeld vanuit zijn team de overstap naar de Formule 1. GPblog ging met Rosin op zoek naar zijn geheim.
René Rosin laat zich niet verleiden tot een uitspraak die zomaar als kop boven dit verhaal had kunnen staan. De Italiaan roept niet direct Oscar Piastri of Charles Leclerc, als deze website hem vraagt welk van zijn pupillen de beste was? Diplomatiek als Rosin is, zegt hij: “Elk jaar is anders, elk jaar heeft een nieuw verhaal, elk jaar is een nieuwe uitdaging voor ons allemaal.”
“Dus iedereen heeft een eigen plek bij ons, in onze omgeving, binnen onze familie, laten we het zo zeggen. Het is dus best lastig om te beoordelen wie de beste is, want voor ons heeft elk jaar een ander verhaal dat ervoor heeft gezorgd dat ze zo bijzonder zijn geworden in onze herinneringen”, vertelt Rosin.
Is Mini de volgende die dankzij Prema een grote wordt?
Het succes van Prema verklaard
Prema Racing staat in de paddock bekend als hét opleidingsteam voor de Formule 1, voorbeelden dus genoeg. Om de één of andere reden lukt het Rosin en zijn mensen jaarlijks om talenten te vinden die uiteindelijk doorbreken naar de F1. Antonelli en Bearman zijn de laatste voorbeelden, wellicht dat de huidige rijders Gabriele Mini en Sebastian Montoya de volgende zijn.
“We proberen ons business model te koppelen aan wat we in eerdere series deden, dus coureurs die bij ons opgroeien via de Formule 4, de regionale Formule 3 en nu aan het einde van het traject de Formule 2”, legt Rosin uit hoe hij de coureurs selecteert voor de opstapklasse naar de F1.
“We proberen dus om al in een vroeg stadium de coureurs te selecteren. Natuurlijk zijn er uitzonderingen die er door de jaren heen kunnen zijn, bijvoorbeeld omdat een coureur eerder stopt of een coureur om verschillende redenen besluit te vertrekken (zoals Arvid Lindblad afgelopen seizoen, red.).
“Dan moeten we altijd kijken hoe het kampioenschap verloopt, hoe de coureur presteert, en om zo de beste match voor het team te vinden. Op deze manier zijn het niet altijd de op papier snelste coureurs die je kiest, maar iemand die het beste integreert in het team. Want als de coureurs niet goed integreren in het team, kunnen ze de beste coureurs zijn, maar de resultaten zullen uitblijven.”
Andrea Kimi Antonelli kwam via Prema in de Formule 1
De Formule 1-teams als extra puzzelstukje
Tegenwoordig zijn de grootste talenten al op vroege leeftijd verbonden aan een F1-opleiding. Om de beste rijders te hebben, is dus samenwerking noodzakelijk met de F1-teams. Op dit moment heeft Prema dat met Alpine, waar Mini onderdeel van het juniorenteam is.
Toch zegt Rosin: “Voor ons is er geen echt verschil in de manier waarop we werken, of ze nu wel of niet tot een academy behoren. We willen met de coureurs samenwerken om tot de best mogelijke prestaties te komen.”
“Natuurlijk, als er een academy betrokken is, dan is die een ander deel van de puzzel waar je samen mee om moet gaan en die je samen moet managen. Maar op dit moment zijn alle relaties die we hebben behoorlijk goed. En natuurlijk is ons voornaamste doel om één-op-één met de coureurs te werken.”
“Natuurlijk geeft de academy input, geeft de academy suggesties, zet de academy soms de druk erop, maar dat hoort erbij. En als je in de Formule 2 zit, moet je de druk trotseren, moet je vechten, moet je competitief zijn. Als je naar de Formule 1 wilt, hoort dat erbij’, besluit Rosin.