Red Bull Racing blijft werken aan de prestaties van de
RB21 in aanloop naar Imola. Volgens hoofdingenieur Paul Monaghan ligt de
sleutel niet in het oplossen van één bepaald probleem, maar in het verbeteren
van de algehele balans van de auto. Vooral in bochten laat de wagen volgens de
Brit nog veel liggen. “Het zit hem niet alleen in medium speed-bochten of punten
die altijd lastig zijn voor ons”, legt Monaghan uit in gesprek met onder
meer GPblog in Miami. “Elke keer dat je remt en instuurt,
heeft dat invloed. Iedereen heeft daar last van — het verschil zit in de mate.
Wij verbeteren het stap voor stap en we worden sneller.”
Red Bull-updates in Imola en geen ‘Harry Potter’-achtige oplossing
Over mogelijke upgrades voor de volgende race in Imola
blijft Monaghan bewust vaag. “Misschien, ja. Ik ga geen geruchten bevestigen
of ontkennen. Je zult moeten afwachten waarmee we komen. De auto ligt niet vast
— we kunnen wijzigingen doorvoeren wanneer we willen, en als het ons sneller
maakt en het past binnen de limieten, nemen we het mee naar Imola”, legt
hij uit.
De achilleshiel van de RB21 in de openingsraces van 2025 was
vooral het bandenmanagement aan de achterkant, iets waar McLaren juist sterk in
is. Monaghan bevestigt dat daar inmiddels stappen zijn gezet.
“Alles helpt. Als je min of meer driftend door de bochten
gaat, worden je achterbanden vanzelf te warm. We hebben daar verbeteringen
doorgevoerd, en dat blijven we doen. Je ziet het niet meteen, want het is
allemaal geleidelijk. Dit is geen Harry Potter — het is niet zo dat je het met
een toverstaf kan aanraken en dat alles opgelost is. Het is nauwkeurig en
degelijk ingenieurswerk”, vervolgt hij.
Volgens Monaghan zijn er intern zeker verbeteringen
zichtbaar, maar of dat voldoende is om de kloof met McLaren te dichten, blijft
de vraag. “We doen wat we kunnen, met het budget en het aantal mensen dat we
hebben. Het doel is simpel: de best mogelijke auto bouwen en blijven
verbeteren. De vraag is alleen: kunnen we dat snel genoeg doen om degenen voor
ons in te halen? We zullen het zeker proberen”, sluit hij af.