Column
Fernando Alonso tegen Esteban Ocon: Wie komt er als winnaar uit de bus?
De rivaliteit tussen de teams is altijd een van de interessantste dynamieken in de Formule 1. De vraag of ze tegen elkaar mogen racen is vaak aan de orde, en het onderwerp van een nummer één en een nummer twee coureur gooit extra olie op het vuur. Lewis Hamilton tegen Nico Rosberg voor Mercedes, en Max Verstappen tegen Daniel Ricciardo voor Red Bull Racing zijn twee recente voorbeelden van teamgenoten die op de baan met elkaar botsten.
Een bijzonder intrigerende strijd tussen teamgenoten zal dit seizoen gaan tussen Fernando Alonso en Esteban Ocon van Alpine. Alonso vervangt de vertrokken Ricciardo bij het team dat vroeger bekend stond als Renault, en hoewel hun CEO Laurent Rossi heeft beweerd dat Alonso geen voorkeursbehandeling zal krijgen, zal het fascinerend zijn om te zien of zijn uitspraak van: "Er bestaat niet zoiets als een nummer één en nummer twee rijder. Ik denk ook niet dat dat in veel teams bestaat, om eerlijk te zijn, in ieder geval niet in het onze" zijn vruchten zal afwerpen.
Twee jaar afwezigheid Alonso
Ocon hoopt zeker een eerlijke kans te krijgen, maar omdat de Spanjaard zo ervaren en blijkbaar zo snel is, zal alleen de tijd leren hoe het uitpakt. Alonso, die in 2005 en 2006 twee keer wereldkampioen werd met het team, verwacht dat hij het tempo van Ocon kan bijhouden. Maar omdat hij de afgelopen twee seizoenen de sport heeft verlaten na 2018, kan het hem tijd kosten om zich aan te passen; een voordeel voor Ocon?
De Fransman zelf leed onder een onderbreking in de sport, nadat hij zijn zitje bij Force India, nu Aston Martin, verloor toen Lance Stroll werd gecontracteerd naast Sergio Perez voor 2019, en zijn seizoen bij Renault vorig seizoen begon vrij traag, waarschijnlijk als gevolg van dat jaar uit.
Of Alonso hetzelfde lot beschoren zal zijn, is afwachten, en nu hij 39 is, zou hij de gevolgen van die onderbreking wel eens kunnen voelen. Maar voor een coureur met 314 Grand Prix-deelnames en 1899 punten op zijn naam, is Alonso misschien wel de best geplaatste om terug te keren alsof hij nooit is weggeweest.
Maar wie zal er als winnaar uit de bus komen?
De geschiedenis zou Alonso doen vermoeden, maar hoe zwaar telt de geschiedenis in de moderne Formule 1?
In zijn laatste seizoen bij McLaren in 2018, tevens zijn laatste jaar in de sport, versloeg Alonso Ocon naar de elfde plaats in het rijderskampioenschap met slechts één punt, ondanks het feit dat hij in een langzamere auto reed. Ocon's Force India-teamgenoot Perez eindigde als 8e op 62 punten, terwijl Alonso's teamgenoot Stoffel Vandoorne een magere 16e plaats behaalde met slechts 12 punten, wat duidelijk laat zien dat Alonso in staat is om het maximale te halen uit een auto die gewoon niet snel is.
De 62 punten van Ocon in 2020 waren beter dan de 50 van Alonso in 2018, maar nogmaals, dat was in een snellere auto. Dus het is moeilijk te begrijpen hoe dat zich in 2021 zal vertalen.
Test in Bahrein geven aan dat het gelijk op gaat
Als we kijken naar de tests voor het seizoen in Bahrein, zien we dat de twee redelijk aan elkaar gewaagd zijn, met Alonso aan kop als het gaat om de snelste ronde over de drie dagen. De snelste ronde van de Spanjaard over de 5,412 kilometer lange lus van het Bahrain International Circuit was een 1:30.318, beter dan de 1:31,146 van Ocon, maar die van Alonso kwam tijdens de middagsessie op zondag, toen de baan op zijn snelst was over het hele weekend.
Toen beiden een volledige testdag kregen, deed Ocon het zelfs beter dan Alonso, ondanks het feit dat hij op vrijdag tijdens de zandstorm reed en Alonso op zaterdag. Ocon zette een rondetijd neer van 1:31,146, 0,472 seconden minder dan Verstappen's 1:30,674 die dag, terwijl Alonso een tijd neerzette van 1:32,339, een volle 2,050 seconden van het tempo van sessie-leider Valtteri Bottas.
Beiden reden meer dan 120 ronden op hun volledige dag, en meer dan 180 in totaal. Aangezien het team, in tegenstelling tot verschillende teams in de paddock, geen betrouwbaarheidsproblemen heeft gehad, zouden ze wel eens een indrukwekkend jaar tegemoet kunnen gaan.
Middenveld zit nog altijd dicht bij elkaar
De strijd in het middenveld was in 2020 even intens als dramatisch, en even spannend als chaotisch, en dit jaar lijkt het precies hetzelfde te worden; Alpine zal op de top van zijn kunnen moeten zijn als ze ook maar een kans willen maken op de derde plaats in het constructeurskampioenschap, wat betekent dat Ocon en Alonso misschien het bevel krijgen om niet tegen elkaar te racen. Dat zou jammer zijn, want hun samenwerking kan voor vuurwerk zorgen en op de baan voor geweldige actie.
Ocon's tweede plaats in de Grand Prix van Sakhir vorig jaar toonde zijn snelheid en talent, met de move op Lance Stroll als bijzonder hoogtepunt. Hij zal hopen dat hij die vorm kan voortzetten in het nieuwe seizoen. Maar met Alonso gewend als teamleider, en zo'n vocale kracht, zal hij een tandje bij moeten zetten.
Ricciardo eindigde vorig jaar als vijfde in het rijderskampioenschap, 57 punten voor Ocon, en uiteindelijk was het het teleurstellende jaar van de Fransman dat Renault de kop kostte in het constructeurskampioenschap, iets wat hij dit jaar goed moet maken.
Kan Ocon Alonso verslaan?
Alonso's consistentie is iets waar Ocon zeker van kan leren en het zou wel eens het verschil kunnen maken in deze specifieke strijd. Als Ocon het aura en de consistentie van Alonso kan overnemen, dan zou zijn ruwe snelheid en gewoon het feit dat hij vorig jaar in een F1-auto reed wel eens een schokkend resultaat kunnen opleveren, waarin Ocon erin slaagt om zijn tweevoudig wereldkampioen teamgenoot dit jaar te verslaan.
Het kan ook anders uitpakken, maar Ocon zou zijn teamgenoot wel eens kunnen verdringen voor de eerste plaats. Zal het team de voorkeur geven aan jeugd of ervaring, en welke coureur zal de meeste indruk maken? Ontdek het op 28 maart.
Dit artikel is geschreven door Cameron Smith verscheen eerder op GPBlog.com/en
