tag-background-image

F1 team

Alpine F1 team


6

65 PTS

Pierre Gasly

Esteban Ocon

Thuisbasis
Enstone, Great Britain
Teambaas
Bruno Famin
Chassis
A524
Motor
Renault

Alpine F1 Team

Renault keek lange tijd als motorleverancier vanaf de zijlijn toe hoe andere teams overwinningen en podiumplaatsen behaalden. In 2016 hakte de fabrikant de knoop door en besloot om de Formule 1 met een eigen fabrieksteam in te gaan. Vijf jaar later besloot het team als Alpine F1 verder te gaan en tot nu toe is die beslissing succesvol gebleken.

F1 Standen

Middenmotor zonder titel

Renault stond jarenlang bekend om de traditionele gele auto, maar door de naamswijziging zitten de gele kleuren sinds 2021 niet meer zo dominant op de auto. Het 1.5 literblok van de Renault-Gordini V6 (inclusief turbo) was het neusje van de zalm op het motorgebied, maar ook toen al mankeerde dit het een en ander bij de betrouwbaarheid van de Renault. Vanwege de gele kleuren en de hoeveelheid rook die geregeld uit de wagen spoot, doopte Renault de eerste wagen om tot ‘de gele theepot’. Het is een imago waar de renstal nog steeds niet vanaf is gekomen.

Met het aannemen van de Fransman Alain Prost voor het 1981-seizoen begon het tij voor Renault te keren. Het begon races te winnen en podia te pakken, maar toch kwamen de Fransen niet verder dan de tweede plaats bij de constructeurs in 1983. Het was eveneens het laatste jaar van Prost bij Renault, maar niet eentje zonder de nodige controverse. 

Prost was van mening dat Renault niet het maximale uit de wagen had weten te halen en gaf aan de lopende band kritiek op zijn bazen. De samenwerking bereikte het kookpunt en Prost moest vertrekken. In 1984 was de Fransman echter gewoon weer terug te vinden op de grid, alleen deze keer naast Niki Lauda bij het team van McLaren. 

Exit, terugkeer en exit

Waar veel kleinere namen op den duur uit de Formule 1 verdwenen vanwege geldproblemen, was het Renault dat het hoofd niet meer boven water wist te houden. Het moederbedrijf moest bezuinigen, waardoor het hebben van een duur Formule 1-team simpelweg niet mogelijk was. 

Eén seizoen, in 1986, probeerde Renault het nog te redden door een stap terug te doen en enkel motoren te leveren aan teams op de grid. Aan het einde van dat jaar was ook dat voorbij en verdween Renault uit de koningsklasse. Drie jaar later waren de motoren van de Fransen wel weer terug te vinden in de Formule 1, maar daar bleef het ook bij. Tot 2000.

In dat jaar kochten de Fransen het team van Benetton over en doopten ze het een jaar later om tot Benetton Renault Sport. Weer een jaar later verdween de naam Benetton volledig en stond het Renault F1 Team weer op de grid zoals dat jaren daarvoor ook het geval was. De resultaten waren nog lang niet zo goed als in de gloriejaren, maar dat zou slechts een kwestie van tijd zijn.

Het team nam Fernando Alonso in 2003 over en bracht een frisse kijk op de zaken mee naar het team. Dat jaar eindigde Renault als vierde (met één overwinning in Hongarije) en een jaar later wist het al de derde plaats te pakken bij de constructeurs. Met Alonso als coureur pakte het zowel de constructeurs- als de coureurstitel in 2005 en 2006, wat ook direct het einde van de Formule 1-coureur in Franse dienst betekende. Na twee titels hield Alonso het voor gezien en verkaste hij naar McLaren.

Een jaar later keerde Alonso alweer terug, maar wist Renault de resultaten van de voorgaande jaren niet nog een keer te behalen. Een constante wissel van coureurs, zoals ook de afgelopen jaren het geval was, verbeterde de situatie ook niet. 

Nadat aan het licht kwam dat Nelson Piquet junior met opzet was gecrasht tijdens de Grand Prix van Singapore in 2008 om de overwinning aan Alonso te geven, brak er paniek uit binnen het team. De flamboyante teambaas Flavio Briatore verliet het team, waarna het afwachten was of Renault überhaupt in de Formule 1 mocht blijven.

Na ‘crashgate’ ging het snel bergafwaarts. Sponsors gingen op weg naar de uitgang en aandelen werden verkocht. Uiteindelijk stond alleen de naam van Renault nog op de auto, maar een jaar later verdween deze ook en was Renault alleen nog een motorleverancier.

Terugkeer naar succes

Met het succes van Red Bull Racing (en de motor van Renault achterin die wagens) en financiële problemen bij Lotus, nam Renault eind 2016 het besluit om terug te keren als fabrieksteam. Met de jonge Kevin Magnussen en Jolyon Palmer, begon het Franse team aan de tergend langzame weg terug naar de top. Drie jaar en een hoop coureurswissels later was Renault terug te vinden in de top van het middenveld en had het twee ervaren coureurs als rijdersduo voor 2019.

Onder leiding van Cyril Abiteboul moesten Daniel Ricciardo en Nico Hulkenberg de volgende stap zetten: het gat met de drie topteams overbruggen om in 2021 een gooi te kunnen doen naar de titel. Van een treurige negende plaats in 2016, een iets betere P6 in 2017 en ‘best of the rest’ P4 in 2018, was de stijgende lijn van Renault overduidelijk. In 2021 bleek echter dat de stap naar de top nog levensgroot was.

Alpine in 2023

Met de prestaties van Alonso en Esteban Ocon in de afgelopen jaren gloort er hoop bij Alpine. De reglementswijzigingen bleken bovendien een succes voor het team, dat het seizoen van 2022 met een vierde plaats afsloot en daarmee McLaren versloeg ondanks de vele betrouwbaarheidsproblemen. 

Het team heeft echter grotere ambities en wil het gat naar de top overbruggen, maar voor nu lijkt het te hoog gegrepen om het Red Bull, Ferrari en Mercedes moeilijk te maken en mee te strijden om de wereldtitel. Voor Alpine is het daarom belangrijk om de stijgende lijn door te zetten en af te rekenen met de betrouwbaarheidsproblemen, die het team teveel punten hebben gekost. In 2023 doet het team dat zonder Fernando Alonso, maar met Ocon en Pierre Gasly.

Wie rijden er voor Alpine in de Formule 1?

De terugkeer van Fernando Alonso was in 2021 een grote morele boost voor het Franse team. De Spanjaard keerde terug bij het team waarmee hij twee keer het wereldkampioenschap behaalde. Naast Alonso nam in 2022 eveneens Esteban Ocon plaats in de auto. Komend seizoen neemt Pierre Gasly het zitje van Alonso over, nadat hij besloot om over te stappen naar Aston Martin.

De combinatie van Ocon en Gasly is een spannende, want het is bekend dat de twee elkaar in het verleden niet konden luchten of zien. In hun karttijd waren de landgenoten juist goed bevriend, dus mogelijk kunnen ze die banden weer aanhalen. Voor Alpine zal dat een harde eis zijn als het de teamgenoten elkaar niet van de baan wil zien rijden.

Met welke motor rijdt Alpine in de Formule 1?

Alle samenwerkingen die Renault met F1-teams had zijn verlopen. Red Bull Racing wisselde in 2019 naar Honda en McLaren maakt komend seizoen wederom gebruik van de Mercedes-motor. Alpine is dus het enige team op de grid dat gebruik maakt van de Franse Renault-motoren.