Jordan, Midland en Spyker
In 1991 verscheen Jordan Grand Prix op de grid, met Eddie Jordan als eigenaar. Met vrijwel jaarlijks een motor van een andere leverancier achterin wist de renstal een plekje te bemachtigen in de middenmoot op de grid van de jaren negentig. In 1999 behaalde het team het beste resultaat toen Damon Hill en Heinz-Harald Frentzen de derde plaats bij de constructeurs wisten te pakken. Frentzen was overduidelijk de betere van de twee, met twee overwinningen en zes podiumplaatsen.
Na de millenniumwisseling stapelden de slechte resultaten en financiële problemen zich op en barstte de bom na 2004. Het team werd opgekocht, behield in 2005 nog de naam Jordan Grand Prix, maar werd één seizoen later omgedoopt tot Midland F1 Racing. Nederlander Christijan Albers en Portugees Tiago Monteiro vormden het rijdersduo in het enkele jaar dat Midland aan de start verscheen.
Met een oranje livery verscheen de Spyker Cars in het 2007-seizoen op de grid met Michiel Mol als directeur van de renstal. Ook deze naamswijziging ging echter niet gepaard met een veel betere financiële situatie, waardoor Spyker F1 na één punt te hebben gehaald in 2007 alweer verdween. Mol en Vijay Mallya namen het team over en doopten de renstal om tot Force India.
Best of the rest
Successen behalen in de Formule 1 kost normaliter tijd en in het geval van Force India zelfs vele seizoenen. In 2008 pakte het team geen enkel kampioenschapspunt, maar in de jaren erna steeg dat aantal langzaam.
Met Adrian Sutil als vaste kracht wist het team zich te vestigen in de middenmoot, waarna het de Duitser inruilde voor Nico Hulkenberg. Eén seizoen later maakte het die wissel weer ongedaan, maar wéér een seizoen later mocht Hulkenberg wel voor een langere periode blijven. Deze keer naast Sergio Perez.
Force India profiteerde van de krachtige motor van Mercedes die achterin de wagen terug te vinden was (aangezien de Duitse fabrikant vanaf het begin van het hybride V6-tijdperk dominant was) en wist een plek in de subtop veilig te stellen. In het laatste jaar dat Hulkenberg en Perez het rijdersduo vormden (2016), behaalde het de vierde plek bij de constructeurs.
Hergeboorte in de Ardennen
In 2018 begonnen de financiële problemen steeds prominenter te worden, zichtbaar voor buitenstaanders. Updates voor de wagen bleven uit en Esteban Ocon en Perez moesten uitermate voorzichtig rijden om nieuwe onderdelen niet te beschadigen. Reservecomponenten waren er namelijk niet. Ondanks een podium tijdens de GP van Azerbeidzjan klonk de noodklok voor Force India halverwege het seizoen: het team werd onder curatele gesteld onder aanvoering van Perez, die daarmee een cruciale rol speelde in het voortbestaan van de renstal.
Het team stelde in het raceweekend in België een nieuwe eigenaar aan, maar dit was niet het voorspelde Rich Energy. De energiedrankjesfabrikant kwam buitenspel te staan en Lawrence Stroll, vader van Williams-coureur Lance Stroll, kwam aan het hoofd van de renstal te staan. Samen met een aantal andere investeerders kocht hij Force India en doopte hij het om tot Racing Point.
Onder de naam Racing Point Force India F1 Team verschenen de wagens aan de start van de Belgische GP en behaalde het team direct punten na een chaotische start. Alle punten die Force India tot op dat moment had behaald, werden weggestreept. Het nieuwe team wist na het weekend in de Ardennen aan de lopende band punten te pakken en eindigde het seizoen op de zevende plaats. Na dat seizoen moest Ocon plaatsmaken voor Stroll.
Kopieerschandaal en overname Aston Martin
In 2019 gingen Stroll en Perez op zoek naar een goed debuutjaar voor Racing Point, maar een podium behaalden zij niet. In 2020 hadden beide coureurs meer geluk. Dat kwam mede door het kopiëren van Mercedes-onderdelen, wat in de eerste vier races duidelijk doorwerkte in de resultaten. Dat was volgens Renault en McLaren niet toegestaan. Zij tekenden daarom protest aan en kregen gelijk. Racing Point ontving in Silverstone een boete van 400.000 euro en kreeg vijftien punten in mindering.
Uiteindelijk won Perez de Sakhir GP en wist Stroll in diezelfde race derde te worden. Vier podiumplekken en een vierde plek in het kampioenschap bleken uiteindelijk het maximaal haalbare. Ondertussen kocht Lawrence Stroll een groot gedeelte van de aandelen van Aston Martin. De Britse autofabrikant was vanwege Red Bull Racing al langer verbonden met de Formule 1, maar door de investering van Stroll ontstond er een individueel team.
Aston Martin in 2023
In 2023 ruilt Aston Martin de ene meervoudig wereldkampioen in voor de andere. Sebastian Vettel hangt zijn helm aan de wilgen, maar de 41-jarige Fernando Alonso staat klaar om hem te vervangen. De Spanjaard nam geen genoegen met een eenjarig contract en keert Alpine de rug toe. Samen met de tweevoudig wereldkampioen hoopt Aston Martin verder te groeien en uiteindelijk het gat naar de top te overbruggen.
Wie rijden er voor Aston Martin in de Formule 1?
Stroll krijgt in 2022 gezelschap van Alonso, die Alpine verruilt voor een meerjarig contract bij Aston Martin. De Spanjaard is nog altijd zeer gedreven en zal dan ook een grote uitdaging vormen voor zijn teamgenoot. Met Alonso aan boord hoopt het team verder naar voren te komen op de F1-grid.
Met welke motor rijdt Aston Martin in de Formule 1?
Vanaf 2009 racete het toenmalige Force India met de krachtbron van Mercedes achterin de wagen. Dat contract liep ook door gedurende de overstap naar hybride-motoren. Als klantenteam scoort het team, dat inmiddels al diverse keren van naam is veranderd en nu door het leven gaat als Aston Martin, veel succes en die lijn wil het graag doorzetten.