Interview

F1-steward Derek Warwick: ‘Ik weet dat ik word gehaat, dat accepteer ik’

F1-steward Derek Warwick: ‘Ik weet dat ik word gehaat, dat accepteer ik’

21 januari - 18:00
30

Voor de Formule 1-puristen behoort Derek Warwick tot een illuster rijtje coureurs, die in een grijs verleden uitkwam voor de meest iconische teams. Het jonge publiek weet dat de Brit als steward in de Formule 1 actief is. Maar hem écht kennen, doet zeker niet iedereen: “Men moet weten: ik doe dit werk gratis.”

Warwick heeft het in Groot-Brittannië een tijdje geprobeerd. Maar het runnen van een eigen raceteam bleek niet iets waar zijn hart sneller van ging kloppen. “Van het teambaas zijn had ik weinig plezier”, stelt de voormalig F1-coureur (van ‘81 tot en met ‘92) in een exclusief gesprek met GPblog. “Ik vond het niet echt leuk. Werken met coureurs is echt een ramp. En dat was juist het werk.”

Passie voor talenten en veiligheid in de autosport

Veel liever hield Warwick zich bezig met het laten ontplooien van jonge talenten via verschillende Britse opleidingsprogramma’s. De oud-coureur noemt bijvoorbeeld Lando Norris: “Ik vraag me af of Lando ooit bij McLaren was gekomen als hij niet had deelgenomen aan het Young Driver of the Year-programma dat ik deed.” Ook de veiligheid van de sport kreeg zijn aandacht, zeker na het dodelijke ongeval van zijn broer Paul tijdens een Britse Formule 3000-wedstrijd.

Na actief te zijn (geweest) in uiteenlopende functies, was het uiteindelijk zijn goede vriend Jean Todt die Warwick vroeg om steward in de Formule 1 te worden. “De stewards hadden alle geloofwaardigheid verloren”, blikt Warwick terug. “Er werd veel gezegd dat mensen als Max Mosley (voormalig FIA-voorzitter) en Jean Todt (oud-teambaas Ferrari en voormalig voorzitter FIA) zich bemoeiden met de beslissingen en zo. Ik kan met één miljoen procent zekerheid zeggen dat ik in de vijftien jaar dat ik dit doe, nooit van buitenaf ben beïnvloed bij een beslissing die ik heb genomen. Of dat nu Max [Mosley], Jean [Todt], teambazen of teamleden zijn; niemand.”

“Het comité van stewards is zeer onafhankelijk. Daar ben ik blij mee. Ik weet dat ik word gehaat. Dat accepteer ik. Maar ik denk zelf dat ik fair ben richting de coureurs. Als er een moeilijke beslissing is en het is 50/50, dan zal ik proberen de kant van de coureurs te kiezen. Ik ben geen politieagent. Ik probeer niet aan elke coureur een straf te geven.“

Misverstand onder coureurs en media

Warwick zegt het belangrijk te vinden iets terug te kunnen doen voor de sport waar hij zielsveel van houdt. Nog steeds. “Er bestaat bij coureurs, en misschien ook journalisten en teambazen, een misverstand. Ze zouden dit moeten weten: ik doe dit werk gratis. We zijn geen betaalde stewards. Ja, we krijgen een onkostenvergoeding. Dus we vliegen gratis en we verblijven zonder kosten in mooie hotels. Maar we worden niet betaald. We doen dit in onze eigen tijd, met ons eigen geld. Mensen moeten dat weten.”

Het werk als steward is in de loop der jaren veranderd. Er zijn meer media, meer belangen en via sociale media is het eenvoudig om anoniem vreselijke boodschappen naar iemand te sturen. “Ik ben vaak gevraagd: ‘Hoe ga je om met roem?’ Ik had geluk. Ik was niet beroemd. Ik was zeer bekend in mijn industrie. Daar kende iedereen me. Toen ik in de Formule 1 reed was ik een prima donna, een kleine god die voor een team reed. Daarbuiten was ik niet zo bekend.”

"Mensen als Senna, Prost, Piquet, Hamilton, Leclerc, Vettel; zij worden altijd in de gaten gehouden. Ze kunnen nergens komen of iemand tikt hen wel op de schouders. Ik denk dat sociale media de wereld hebben verpest. Ik zeg het je eerlijk, omdat ik een paar keer verkeerd begrepen ben op mijn sociale media. Het gaat er vreselijk aan toe en ik ben een nobody.”

“Dus ik denk dat het voor deze enorm beroemde mensen, of dat nu in de sport, muziek of wat dan ook is, echt een hel moet zijn. Als je erg gevoelig bent, wat ik kan zijn, dan doet het pijn. Het doet pijn dat mensen niet begrijpen wat er in mijn leven is gebeurd en het als verachtelijke gebeurtenissen neerzetten. Ja, dat doet soms pijn.”

Warwick staat positief in het leven

Warwick nadert de respectabele leeftijd van zeventig jaar. Niemand kijkt vreemd op dat als hij stopt met zijn werk als steward, hij nog meer gaat genieten van zijn kleinkinderen. Dan haalt hij een foto tevoorschijn van zijn oudste kleinzoon in een kart. Hij rijdt met een helm met dezelfde kleurstelling als van opa én zijn overleden oom Paul. Grootvader Warwick is zichtbaar trots.

“Ik voel me geen zeventig”, zegt hij. “Ik train vier of vijf keer per week. Ik ben enorm positief. Ik ga om zeven uur ‘s morgens naar mijn werk. Ik vertrek om vijf uur, ga direct de sportschool in en ben om half zeven thuis. Ik doe nog steeds waarvan ik geniet. Ik hou van mijn leven.”

Na een korte pauze vervolgt hij: “Mijn leven is enorm in balans. Ik doe zeven Grands Prix per jaar, wat genoeg is. Ik wil er niet meer doen. Ik breng tijd door met mijn kleinzonen. Ik heb een nieuwe liefde in mijn leven. Dat is echt heel fijn. Ze houdt me jong. ik heb plezier in alles wat ik doe.”

Als daarop de opmerking van de vragensteller is, dat Warwick er gelukkig uitziet, reageert hij: “Dat ben ik. Ja, ik ben gelukkig.”