Exclusief
Van der Helm (19) bestormt IMSA-kampioenschap: ‘Ik ben geen dagdromer'
In Amerika maakt één van de grootste talenten van Nederland in sneltreinvaart naam voor zichzelf. Op negentienjarige leeftijd en in pas zijn eerste seizoen in de belangrijkste GTP-klasse van het IMSA-kampioenschap (vergelijkbaar met hypercars in het WEC) is het voor Tijmen van der Helm wachten op het eerste podium met zijn Porsche 963.
Van der Helm is een nuchtere kerel. Tijdens het exclusieve gesprek met GPblog valt vooral op hoe down-to-earth de Delftenaar over zichzelf en zijn prestaties praat. Vraag hem bijvoorbeeld hoe het is gelukt om al op zo’n relatief jonge leeftijd zó succesvol te zijn, dan reageert hij met: “Het gaat zeker snel, het zit aardig mee.” En: “Ik geloof dat ik er wel gevoel voor heb.”
Opmars in IMSA-titelstrijd
Dat laatste is een understatement van jewelste. In de European Le Mans series - waarin hij uitkomt voor het team van ex-F1 rijder Olivier Panis - werd Van der Helm tweede tijdens de openingsrace in Barcelona. In de Amerikaanse tegenhanger van het World Endurance Championship startte hij het seizoen nog in een Nissan LMP3, om na twee wedstrijden door zijn team JDC-Miller Motorsports te worden overgeheveld naar de belangrijkste GTP-klasse, met auto’s die in WEC hypercars worden genoemd. Aan de zijde van voormalig DTM-kampioen en NASCAR-rijder Mike Rockenfeller werd Van der Helm dit seizoen zevende, vier, vierde, vijfde en achtste in het SportsCar Championship, het vlaggenschip van IMSA.
“Ik ben al lang met racen bezig. Ik ben gestart met karten en heb op mijn veertiende de overstap gemaakt naar de autosport. De laatste jaren is het best snel gegaan. Waarom ik goed ben? Hoe ga ik dat zeggen… Ik ben formule-auto’s gewend, waarmee je ook wat downforce hebt, en dat hebben deze auto’s ook. Kwalificeren is weliswaar niet mijn sterkste punt, maar in de race heb ik de agressiviteit, de snelheid, het inzicht. Zo pak de winst ten opzichte van de rest. Ik probeer nu te werken aan betere kwalificaties. En alle races zijn gewoon lang. Al sta je zevende, dan heb je nog steeds kans op het podium.”
In Mike Rockenfeller heeft Van der Helm bovendien een teamgenoot die gelouterd in het vak is. “Met Mike heb ik buiten en op de baan een hele goede band. We vullen elkaar goed aan met wat we van de auto vinden en hoe we samenwerken om de wagen beter te maken. Dus ik ben daar wel blij mee. Ik leer heel veel van hem en dat ga ik ook zeker van Jenson doen.”
Van der Helm binnenkort naast Button
Jenson is Jenson Button, enkelvoudig wereldkampioen in de Formule 1. JDC-Miller heeft Button vastgelegd als teamgenoot van Van der Helm en Rockenfeller voor de afsluiter van IMSA-seizoen. “Ik heb Jenson ontmoet. Hij is een hele toffe gozer. Normaal. Dus ik ben benieuwd hoe dat in de laatste race gaat. Cool om hem als teamgenoot te hebben? Ik zeg je heel eerlijk: ik kijk daar niet echt tegenop. Ik vind het mooi om met hem samen te rijden, maar uiteindelijk gaat het er nog steeds om dat je snel bent. Dan maakt het mij niet veel uit of jij een grote naam bent of niet. En dat je lekker met elkaar kunt samenwerken en elkaar verder helpt. Niet dat je elkaar in de weg gaat zitten.”
Het is weer die nuchtere Van der Helm. Tijmen begon zijn autosportloopbaan dus echter in formule-auto’s. In 2021 reed hij één seizoen in de Formule 3. Waar veel collega’s toewerken naar de Formule 1, maakte Van der Helm aan het begin van 2022 al de overstap naar het langeafstandsracen. “Ik ben geen dagdromer”, verklaart hij zijn keuze om niet jarenlang via F3 op te proberen te klimmen naar de Formule 1. “Ik spendeer toch mijn tijd eraan en geef mijn school ervoor op. Dus ik heb wel een beetje een tijdslimiet dat ik wil presteren en mijn brood ermee kan verdienen. Ik zag in dat het niet gebeuren ging in formule-auto’s. Ook omdat er weinig stoeltjes vrij zijn en het allemaal een beetje lastig gaat qua politiek. Dus ik dacht, dan ga ik in endurance een beetje mijn weg vinden.”
Waar ligt zijn toekomst?
Twee kampioenschappen, het is een druk jaar voor Van der Helm: van Amerika naar Europa, en weer terug. Zolang hij in European Le Mans en IMSA uitkomt, probeert Van der Helm op beide klassen evenveel te focussen. Op de vraag of zijn toekomst volgend seizoen in IMSA bij JDC-Miller ligt, zegt hij: “We zijn in gesprek.”
Dat JDC-Miller tevreden is, is wel zeker. “We hebben één keer getest, terwijl fabrieksteams dat constant doen. Toch zitten we er dichtbij. Dan doen we toch wat goed. We zijn nu twee keer net niet op het podium geëindigd en een keertje vijfde. Het komt steeds dichterbij en ik hoop dat het voor het einde van het seizoen een keertje lukt. Ik ben tevreden hoe het gaat. Ik zou het zeker niet erg vinden om zo door te pakken volgend jaar.”
Als Van der Helm tot slot wordt gevraagd om tóch eens te dagdromen over wat zijn loopbaan hem hopelijk brengt, besluit hij: “Ik wil wat grote races hebben gewonnen en bij een fabrieksteam terecht komen. Meerdere zelfs, als dat even kan. Voor nu ben ik met Porsche op de goede weg. We gaan zien wat de toekomst allemaal brengt.”
