Column

Waarom Nederland blij mag zijn dat Viaplay de F1 blijft uitzenden

Waarom Nederland blij mag zijn dat Viaplay de F1 blijft uitzenden

02-12-2023 20:30
124

Het zijn zware tijden voor Viaplay: het bedrijf kwam tot aan de rand van de afgrond, maar uiteindelijk vielen de Scandinaviërs niet het ravijn in. Dankzij een financiële injectie door een nieuwe aandelenuitgifte, het kwijtschelden van schulden en het afstoten van enkele markten weet Viaplay te overleven. In Nederland blijft Viaplay wél actief en dat is goed nieuws voor de F1-liefhebber.

De kritiek is uiteraard bekend. Zeker in de beginmaanden haperde het beeld bij sommige abonnees en was het voor de nieuwe commentatoren soms zoeken. Toch kunnen critici niet anders dan toegeven dat er sindsdien de nodige stappen in de goede richting zijn gezet. Alle sessies van de Formule 1 komen uitstekend in beeld, met daarbij nuttige analyses van ex-coureurs als Ho-Pin Tung, Christijan Albers en Giedo van der Garde. Bovendien zijn er uitgebreide voor- en nabeschouwingen, ook ná het weekeinde.

Coulthard en Hakkinen prima uithangborden

Met David Coulthard en Mika Hakkinen heeft de streamingdienst bovendien twee internationale toppers binnen de gelederen, mannen die met hun analyses en interviews écht iets toevoegen. Als Coulthard zijn Viaplay-microfoon voor de neus van Christian Horner en Toto Wolff duwt, dan blijven die staan en geven ze antwoord op vragen. Dat doet terugdenken aan de tijd dat Jack Plooij - een tandarts die de autosport als hobby heeft - zich over de grid begaf, en je de ene na de andere prominent zag proberen hem te ontwijken.

Max Verstappen moest het contractueel een paar maal per weekeinde ontgelden met de infantiele vragen van Plooij, die voor plaatsvervangende schaamte zorgde in de Nederlandse huiskamers. Tijdens de Grands Prix was er vervolgens commentaar van Olav Mol, een man die al zo lang op die stoel zat, dat hij langzaam ging geloven dat alles om hem draaide. Wie klaagt over de ‘fouten’ die de huidige commentatoren zouden maken, luister dan vooral nog eens een Grand Prix met het commentaar van Mol terug.

Viaplay maakte zeker fouten

Toegegeven, Viaplay heeft het in de beginfase niet slim gespeeld. Met meer empathie voor de klachten van abonnees had het negatieve sentiment omgekeerd kunnen worden. Door de kop in het zand te steken, is in Nederland een groep mensen ontstaan die een enorme hekel aan de streamingdienst heeft: Wat Viaplay ook doet, het zal nooit goed zijn. Zelfs nu Viaplay alle klanten in ‘24 gratis toegang geeft tot F1TV, zal dat bij deze mensen geen verschil meer maken.

Een veelgehoorde klacht is dat Viaplay veel te duur is (zestien euro per maand). In vergelijking met Amazon Prime of HBO klopt dat. Maar de Scandinavische streamingdienst is vooral interessant voor sportliefhebbers. Om de Formule 1, het voetbal in de Premier League en de Bundesliga en het darts van de PDC uit te kunnen zenden, heeft Viaplay gigantische investeringen moeten doen. Dat geld moet terugverdiend worden via de abonnees en als gevolg liggen de prijzen relatief hoog.

'Gratis' Ziggo Sport een fabeltje

Dat Ziggo Sport de Formule 1 wél ‘gratis’ uitzond, is een fabeltje. Ziggo - overigens onderdeel van F1-eigenaar Liberty Media - is de duurste kabelaar van het land en de kosten van Ziggo Sport zaten keurig verstopt in het abonnementsgeld. Bovendien waren huishoudens die géén Ziggo hadden (ongeveer de helft van Nederland) genoodzaakt bij hun provider een extra pakket met Ziggo Sport aan te schaffen (van circa 15 euro, red.) om de Formule 1 te zien. Overigens kon het goedkoper zijn om een tv-pakket elders dan Ziggo te nemen en vervolgens Ziggo Sport er apart bij te nemen.

Het is geen geheim dat Ziggo Sport, RTL én Talpa geïnteresseerd zijn om na het seizoen  ‘24 de F1-rechten van Viaplay over te nemen. Eerlijk is eerlijk: de kans is reëel dat Viaplay geen nieuw bod meer op de Formule 1 doet en na 2024 afscheid neemt van de Nederlandse markt. Tot die tijd is het nog even genieten van een zender waar veel mensen met een echt F1-hart keihard hun best doen om de sport zo goed mogelijk in de Nederlandse huiskamers te brengen.