Exclusief
Analyse | Tweedeling in F1 steeds groter: ‘We vechten om de kruimels’
Door de reglementen voor 2022 totaal overhoop te gooien, hoopte de Formule 1 dat het racen aantrekkelijker werd. Inderdaad zijn er meer gevechten op de baan, wat impliceert dat de veranderingen hebben gewerkt. Wel is gebleken dat de verschillen tussen de teams onderling redelijk groot beginnen te raken, dus punten levert hun enerverende strijd de kleinere teams nauwelijks op. De frustratie daarover begint langzaam op te lopen.
Het is een uiterst knappe prestatie van Red Bull Racing. Na vijf Grands Prix heeft het team van Max Verstappen en Sergio Perez al 224 punten verzameld, ruim het dubbele van directe achtervolger Aston Martin (102). Achter de groene wagens staan Mercedes en Ferrari relatief dichtbij. Vier teams die in de Formule 1 de dienst uitmaken, als het gaat om het verdelen van de punten. Achter hen begint de situatie schrijnend te worden.
Tweedeling steeds zichtbaarder
Meer dan ooit lijkt er een tweedeling in de F1 te zijn. Als een Grand Prix ‘normaal’ verloopt - en met de toegenomen betrouwbaarheid van de auto’s is dat vaak het geval - bezetten de vier topteams in principe de bovenste acht plekken in de eindstand. Zelfs al heb je je als bijvoorbeeld Williams redelijk goed op de grid gekwalificeerd. “In een race zonder uitvallers, geen regen, geen [rode] vlaggen of safety cars zijn wij niet in staat onze [hoge] positie vast te houden”, zei Dave Robson, technisch verantwoordelijke bij Williams.
Het verschil in kwaliteit is simpelweg te groot. Na vijf Grands Prix hebben Haas, Alfa Romeo, AlphaTauri en Williams gezamenlijk zeventien punten verzameld. In de wetenschap dat de teams vóór hen ook drukdoende zijn met updates, blijft het waarschijnlijk voor de korte termijn zo: deze teams pakken af en toe eens een puntje, alleen als er bij de betere teams iets voorvalt. “Het is een ingewikkeld publiek daar”, verzuchtte Guenther Steiner van Haas F1 na afloop van de Grand Prix in Miami, verwijzend naar de vier topteams. “Als er vooraan niets gebeurt, dan vechten we voor de laatste punten. Dat zijn kruimels.”
Vicieuze cirkel blijft in stand
Natuurlijk is er op te merken dat teams als Haas en Williams gewoonweg betere auto’s moeten bouwen, betere mensen moet aantrekken, met absolute topcoureurs moeten rijden. Daarvoor is wél geld nodig. Weliswaar is in de Formule 1 het budgetcap van kracht, maar dat is wat het zegt dat het is: een plafond. Het is het maximale bedrag wat kan worden uitgegeven, het is geen zekerheid dat alle teams de toegestane 135 miljoen dollar daadwerkelijk binnenkrijgen en dus kunnen gebruiken.
Teams zijn daarbij afhankelijk van sponsoren - waarvan de meest lucratieve liever op de zijkant van een Red Bull dan een Alfa Romeo staan - en de opbrengsten gegenereerd uit de pot die Formula One Management (FOM) jaarlijks verdeelt. Niet alle teams ontvangen evenveel, er is een verdeelsleutel van kracht: hoe beter je presteert, des te meer dollars op de rekening worden bijgeschreven.
De uiteindelijk hoogte van dit bedrag is van verschillende factoren afhankelijk, zoals de eindstand in het constructeurskampioenschap én het aantal punten dat coureurs gedurende het seizoen verzamelen. In het laatste zit dus de crux: als er weinig punten zijn gepakt, is de opbrengst ook minder. Nog erger: het geld dat bijvoorbeeld Haas of AlphaTauri mislopen, gaat naar de concurrentie die al zo sterk is. De Red Bulls en Ferrari’s van deze wereld dus. Op deze manier wordt een vicieuze cirkel in stand gehouden.
