F1 Nieuws
Vasseur snapt frustratie coureurs: 'Wil ook niet dat ze nu tevreden zijn'
Frederic Vasseur heeft ondanks de teleurstellende start van het seizoen geen twijfel over de motivatie van Charles Leclerc. Tegen Speedcafé gaat de Ferrari-teambaas in op de frustratie van zijn coureurs en het tegenvallende resultaat van het team.
De seizoensstart van Ferrari is bepaald niet waar het team op had gehoopt. Waar het vorig jaar nog de strijd aan kon gaan met Red Bull Racing om de titel, moet de Italiaanse renstal nu Mercedes en Aston Martin voor zich dulden. Door twee uitvalbeurten van Leclerc staat de voormalige titelrivaal van Max Verstappen momenteel op een gedeelde tiende plek met Nico Hulkenberg. Toch heeft Vasseur er nog het volste vertrouwen in dat Leclerc niet bij de pakken neer gaat zitten.
“Ik twijfel absoluut niet aan zijn motivatie”, verklaart de teambaas. “Natuurlijk is deze start van het seizoen niet het doel dat we voor ogen hadden. De DNF in Bahrein en Australië en de gridstraf in Saoedi-Arabië. Dat was natuurlijk niet het plan, maar met de motivatie zit het wel goed. Ik ken Charles goed, en dit gaat zijn stemming niet in de weg zitten.”
Vasseur snapt de frustratie van zijn coureurs goed
Dat het wel goed zit met de motivatie was niet per se af te lezen aan de Ferrari-coureurs na afloop van de Grand Prix van Australië. In het media-vierkantje sprak Leclerc zijn frustratie uit en noemde hij het de slechtste seizoensstart uit zijn carrière. Zijn teamgenoot Carlos Sainz weigerde zelfs in te gaan op de race vanwege zijn frustratie over tijdstraf die hem uit de punten duwde.
“Natuurlijk is het zo dat als je dertig seconden na de race op zo’n coureur afstapt, hij niet blij is”, heeft Vasseur daarover te zeggen. “Ik zou ook gefrustreerd zijn als ze dan kalm en tevreden zijn over de hele situatie. Het belangrijkste is dat iedereen gemotiveerd blijft, de neuzen dezelfde kant op staan, en dat iedereen het team blijft steunen. De motivatie is het probleem niet. Natuurlijk zijn de resultaten niet wat we hadden verwacht, maar dat weten we allemaal.”
