F1 Nieuws

Ondanks titel was Ocon teleurgesteld: “Want Verstappen kreeg een stoeltje”

Ondanks titel was Ocon teleurgesteld: “Want Verstappen kreeg een stoeltje”

22-05-2020 14:43 Laatste update: 14:48
29

Esteban Ocon heeft dit jaar weer een stoeltje in de koningsklasse bij Renault F1, nadat hij een jaar moest toekijken vanaf de pitbox. In een column op de officiële website van de Formule 1 kijkt de Fransman terug op zijn route richting de Formule 1, en uiteraard komt zijn rivaliteit met Max Verstappen in de opstapklassen ook aan bod.

Door de coronacrisis duurt de rentree van Ocon een stuk langer dan gepland. De Fransman moet nog even geduld hebben, samen met zijn collega’s, voordat hij weer mag racen tegen de jongens die hij ook tegen kwam op de racebaan in zijn tienerjaren. Max Verstappen is er daar uiteraard een van. Ze reden regelmatig tegen elkaar met genoeg spektakel tot gevolg. 

Kampioen in 2014

Ocon werd kampioen in de Formule 3 voor Verstappen maar had het toch zwaar. De Fransman kon moeilijk verkroppen dat de Nederlander een stap omhoog ging terwijl hij de kampioen was. “Na een paar wedstrijden kwam Verstappen aanzetten en was hij opeens degene die je moest verslaan. Ik won de titel in de Formule 3 maar het was zwaar voor me dat Verstappen een deal had getekend in de Formule 1. Goed gedaan van hem maar toen ik dat nieuws zag kon ik het moeilijk verkroppen. Hij was derde terwijl ik won, en ik had geen enkel stoeltje in welke categorie dan ook op dat moment”

In de jaren voorafgaand aan het Formule 3 seizoen kwamen de twee concurrenten elkaar ook tegen: “De eerste keer dat ik tegen hem (Verstappen) reed was in 2010. We zaten altijd dicht bij elkaar en soms raakten we elkaar. In 2011 vochten we voor het kampioenschap (karten) en die won hij uiteindelijk”

Ocon gaat terug naar een race waar bleek dat de twee duidelijk beter waren dan de rest van het veld en hun tweestrijd begon “Ik kan mij een race herinneren in Italië waar Max en ik ver voor reden op de rest. Ik wist die race te winnen, maar daar begon de rivaliteit.”