Interview
Onafhankelijke geest Robin Frijns: ‘Audi krijgt het te verduren in F1'
Robin Frijns behoort tot de beste drie coureurs van Nederland. Wellicht zelfs de top 2. Winnaar van de 24 uur van Le Mans, racewinnaar in aansprekende klassen als DTM en Formule E, en toch ontbeert hij de populariteit bij het grote publiek: “Mij maakt het niet uit of ik dertig volgers heb op Instagram, of een miljoen.”
De grote glimlach keerde terug, al was het slechts voor even. Teamleden sloegen elkaar op de schouders. Het was blijdschap, met name verbazing. Een ABT CUPRA, aangedreven door Mahindra, die in de handen van Robin Frijns, de pole pakte voor de tweede E-Prix in Berlijn. Op papier was het een onmogelijke opgave. Volkomen onrealistisch. Maar ook in de Formule E maakt regen iedereen gelijkwaardig. Dan komt het aan op stuurmanskunst van de coureur. Dan kan Frijns zich laten zien.
Verloren strijd
Enige dagen later is de Nederlander alweer terug in de realiteit. In een exclusief gesprek met GPblog, herhaalt de Limburger de vraag: “In de hemel? Het was wel iets speciaals. Ja, oké, maar ik wist dat ik in de wedstrijd geen kans had.” Dat bleek inderdaad. Later op de dag, toen de baan volledig was opgedroogd, zag Frijns de concurrentie één voor één aan hem voorbij stuiven. Zoals hij al het hele seizoen met ABT CUPRA een op voorhand verloren strijd voert.
“Ik had echt niet verwacht dat het zó erg zou zijn”, zegt Frijns. “Ook in de Valencia-test was het niet zo erg. In de wedstrijd komen we heel veel te kort. Jij snapt niet dat het verschil zo groot kan zijn? Ik ook niet. Het is echt dramatisch en het wordt ook niet beter dit jaar. Jazeker, ik had verwacht hoger te staan. Ik wist dat het [team] in opbouw was, maar het ligt niet aan ABT. Het ligt aan Mahindra. Het team ABT kan zelf niks doen. Het ligt echt aan de motor die we achterin hebben liggen, aan de software, de efficiency van Mahindra zelf. Die zijn zo langzaam. En als je langzaam bent in Formule E, dat is niet goed.”
Le Mans maakt of breekt het seizoen
De eerstvolgende E-Prix is volgend weekeinde in Monaco. De eerste meters moeten nog afgelegd worden, de uitkomst lijkt desondanks al bepaald. “Als je daar tiende of negende wordt, dan hangen ze de vlag uit. Hier zijn ze teleurgesteld als je niet op het podium staat”, vertelt Frijns. Hier, dan bedoelt Frijns Team WRT, waarmee hij strijdt om de titel in de LMP2-klasse van het World Endurance Championship.
De races in Sebring, Portimão en Spa zijn al afgewerkt, met wisselend succes. De 24 uur van Le Mans komt eraan; het belangrijkste evenement van het jaar maakt of breekt het seizoen voor de Belgische equipe. “Op Le Mans verdien je dubbele punten. Het is natuurlijk leuk als je in Spa wint, of tweede of derde wordt. Uiteindelijk maakt het helemaal niks uit. Als je Le Mans wint, sta je direct terug bovenaan [in het kampioenschap].”
‘Niet mediagericht aangelegd’
Frijns wéét hoe het is om in de Franse stad de historische 24 uur te winnen. Hij deed het in 2021, midden in de pandemie en met nauwelijks mensen op de tribunes. “Dat was echt anders. Natuurlijk, het is niet dat het niks waard is. Helemaal niet. Het was de eerste keer voor mij op Le Mans. Dus ik wist niet wat ik me moest bedenken bij Le Mans. Het is een aparte wedstrijd. Vorig jaar was het bomvol, dan zie je dat het echt leeft daar.”
In veel andere sporten betekent het winnen van een monument als Le Mans een nominatie voor Sporter van het Jaar op. Of in elk geval genereert zo’n prestatie veel media-aandacht. In Nederland niet. Op autosportgebied draait in Nederland alles om Max Verstappen en in iets mindere mate Nyck de Vries. Frijns lijkt nóg minder aan bod te komen. “Dat ligt niet aan mij”, zegt hij daar zelf over. Frustrerend vindt Frijns het evenmin. “Ik ben niet zo mediagericht aangelegd. Max heeft een heel mediateam achter zich staan, Nyck de Vries heeft een heel team. Ik ben eigenlijk een redelijk normale jongen, die als er geen wedstrijd is, gewoon lekker op het terras in Maastricht zit.”
“Mij maakt het niet uit of ik dertig volgers heb op Instagram, of een miljoen. Veel mensen die er niet zo heel verstand van hebben, denken uiteraard dat hoe meer volgers je hebt, des te beter je wel als coureur zal zijn. Ik weet van mezelf wat ik wel en wat ik niet kan. Daarom zeg ik: ‘Ik ben niet slechter dan Nyck of Max’.”
‘Een andere kop of zo’
Genoeg coureurs verschijnen als analist in praatprogramma’s over de Formule 1. “Oh nee, daar ben ik niet voor”, reageert Frijns. “Ik word geregeld gevraagd, maar het is 2,5 uur rijden voor mij [naar de tv-studio]. Ik ben blij als ik een weekeinde thuis heb. Ik heb al vaak ‘nee’ gezegd, maar ze blijven vragen. Wat natuurlijk wel leuk is, maar het is niet zo dat ik denk: ‘Ik moet daarnaartoe.’ Ik heb een vriendin thuis zitten, ik heb ook een eigen bedrijf. Ik heb het druk genoeg. Natuurlijk is het af en toe wel eens leuk om bij tv te zitten, en commentaar te geven. Ik vraag er nooit naar. Al ben ik wel plan er misschien tweemaal te zitten dit jaar, dat wel. Dan moet het wel passen voor mij. Ik ga niet de planning omgooien voor iemand anders.”
Frijns lijkt een uitzondering. Voor veel (ex-)coureurs is de aanwezigheid aan een talkshowtafel een vorm van erkenning. “Ik heb er niks mee. Ik kan er heel erg van genieten als ik in Maastricht op het terras zit, en niemand me aanspreekt. Ik zou niet het leven van Max willen leiden. Mensen kunnen me aanspreken, maakt me echt niks uit. Ik weet dat Max dat [zich anoniem bewegen] echt niet kan. Nyck kan er goed mee omgaan. Ik kan het heel goed met Nyck vinden, hoor! Hij is ook heel erg herkenbaar. Ik niet. Ik heb een andere kop of zo. Ik weet het niet.”
Oneens met de richting
Dat Frijns een onafhankelijke geest is, bewijst zijn zelfgekozen vertrek kortgeleden als fabriekscoureur van Audi. Jarenlang was hij een uithangbord van het Duitse merk, in verschillende kampioenschappen. “Ik heb er heel leuke tijden gehad, vooral in DTM, met Class 1 Touring cars indertijd. Maar de keuzes die ze gemaakt hebben, financieel en met de Formule 1 [waarin Audi vanaf '26 actief is), en met de rest stoppen; ik ben het er gewoon niet mee eens.”
“Er zijn hogerop andere mensen aan boord gekomen, waar ik het niet goed mee kon vinden. Die een andere filosofie voor de motorsport hadden. Daardoor zijn heel veel mensen vertrokken, zoals René (Rast), Nico (Muller). Veel meer eigenlijk. Ik heb het vorig jaar nog aangekeken. Ze hebben echt geprobeerd om me te houden. Maar ik heb gezegd: ‘Ik ga het niet meer doen’.”
Frijns betwijfelt hardop of Formule 1 en het merk Audi de juiste combinatie zijn. “Ook hoe ze het doen, daar ben ik het niet mee eens. Ik denk wel dat ze het te verduren krijgen, als ze de Formule 1 binnenstappen. De naam raken ze kwijt. Wat ze in al die jaren hebben opgebouwd, zijn ze binnen een jaar kwijt. Ik vind niet dat het past bij hun, nee. Maar ja, de nieuwe baas wil Formule 1 doen.”
