F1 Tech | Hoe Norris dankzij slimme set-up rondenlang achter Verstappen kon rijden

8:18, 27 mei
Bijgewerkt: 9:25, 27 mei
1 Reacties
McLaren liet tijdens het Grand Prix-weekend in Monaco een dominante indruk achter, zowel in de kwalificatie als in de race. Lando Norris en Oscar Piastri pakten respectievelijk P1 en P3, maar dat succes kwam niet uit de lucht vallen. Beide coureurs hadden in de beginfase van het weekend moeite met de afstelling van de auto. Pas vlak voor de kwalificatie kreeg het team de MCL39 echt in het juiste window. Wat veranderde er precies?

Unieke eisen van Circuit de Monaco

Het Circuit de Monaco stelt unieke eisen aan de bolides. Trage bochten, hobbelig asfalt en hoge kerbstones dwingen teams tot maximale downforce en een uitstekend mechanisch compromis. Op basis van het seizoensverloop leek Monaco goed bij de MCL39 te passen, vooral vanwege de trage sectoren en het ruwe asfalt.
McLaren bracht een achtervleugel met hoge downforce mee naar Monte Carlo. De hoofdplaat was vlak en breed voor maximale neerwaartse druk, maar aan de randen juist licht gekanteld om luchtweerstand te beperken. De DRS-flap had een kleinere chord dan gebruikelijk, aangezien Monaco slechts één DRS-zone kent en topsnelheid minder relevant is. Ook de beam wing bestond uit twee elementen, met een vergrote bovenste flap om extra downforce te genereren.
McLaren rear wing Monaco GP
McLaren's achtervleugel voor de Grand Prix van Monaco 
Ook op aerodynamisch vlak had McLaren een paar opvallende oplossingen meegenomen naar Monaco. De beam wing bestond uit twee elementen. Het onderste element had dezelfde vorm als eerdere versies, maar de bovenste flap was bijna horizontaal, met een flink toegenomen chord. Die extra breedte zorgde voor meer neerwaartse druk – precies wat je nodig hebt op een bochtig stratencircuit als Monaco, waar topsnelheid ondergeschikt is aan grip.
Een ander slim detail zat in de motorkap. McLaren gebruikte relatief veel koelgleuven om warme lucht uit de motorruimte af te voeren. Opvallend was echter dat het team de auto met een veel compactere engine cover kon rijden dan andere teams, ondanks de warme omstandigheden. Dat kwam door het vernieuwde en extreem efficiënte koelsysteem van de MCL39.
McLaren beam wing Monaco
MCL39's beam wing en dichtere motorkap in Monaco
Teambaas Andrea Stella verklaarde eerder al dat dat systeem fundamenteel anders is dan vorig jaar. Het stelt McLaren in staat om met smallere bodywork te rijden, wat direct leidt tot minder luchtweerstand en dus betere algehele efficiëntie. "We verliezen minder prestaties bij warm weer dan vorig jaar. We winnen daar echt milliseconden op," aldus Stella.
Deze combinatie van efficiënt koelen zonder compromis op aerodynamica en een sterke mechanische balans maakte van de MCL39 de benchmark op het meest technische circuit van de kalender.
Lando Norris, Portier Chicane VT2 Monaco GP
Lando Norris rijdt door de chicane van Portier in VT2
Ondanks de geweldige snelheid in dit deel van het circuit, hadden zowel Norris als Piastri het erg moeilijk in de laatste sector met de C6 tijdens de tweede oefensessie, veel glijdend bij Rascasse en Antony Noghes, waarbij ze tonnen rondetijd verloren vergeleken met Leclerc.
Een ander interessant aspect was het feit dat Piastri zijn snelste ronde kon rijden na veel ronden op de zachte band, bewijs dat de grip stabiliseerde na een bepaald aantal ronden en gaf rijders meer vertrouwen om te duwen.
Dit aspect werd onderstreept door Andrea Stella zelf na de kwalificatie op zaterdag: "Maar de C6 compound blijft relatief lastig wanneer het rubber nieuw is. Dus terwijl we in het allereerste begin redelijke rondetijden neerzette. Eigenlijk voelden beide coureurs dat de band gemakkelijker te benutten was wanneer deze licht gebruikt was."

Moeizame start, briljante kwalificatie

Tijdens de vrije trainingen, en vooral in sector 3, hadden beide McLaren-coureurs moeite met grip. In VT2 gleden Norris en Piastri zichtbaar bij Rascasse en Anthony Noghes. Op de zachte C6-compound voelde de auto onvoorspelbaar. Stella verklaarde later dat de band zich juist beter gedroeg na een paar rondes: “Onze rijders vonden de C6 prettiger als hij al iets gebruikt was.
Voor de kwalificatie gooide het team het roer om. De rijhoogte werd verlaagd om het effect van de Venturi-kanalen bij hogere snelheid te versterken – cruciaal bij bijvoorbeeld Massenet en de eerste chicane. Ook werd de achterophanging zachter afgesteld voor meer tractie uit langzame bochten zoals Saint-Dévote en Portier.
Lando Norris in Monaco GP 2025
Norris na de race op zondag 
Deze mechanische aanpassing zorgde er ook voor dat de MCL39 veel stabieler over kerbstones ging. Norris en Piastri konden in vrijwel elke bocht agressief insturen zonder verlies van grip of balans – een belangrijk voordeel in Monaco.
De aanpassingen betaalden zich direct uit. De auto lag merkbaar lager op de baan en stuwde vonken over het asfalt op de rechte stukken. McLaren was plots het snelste team, met Norris op pole en Piastri op slechts 66 duizendsten achter Leclerc op P3. “Het team heeft het geweldig gedaan om de auto in de juiste window te krijgen,” zei Piastri na afloop van de kwalificatie.

Sterke race, sterk bandengebruik

Ook op zondag bleek McLaren de zaken op orde te hebben. Ondanks de verplichte tweestopstrategie wisten beide coureurs hun banden perfect te managen. Norris reed zelfs de snelste ronde van de race – in de allerlaatste ronde, nota bene na lange tijd in vuile lucht achter de Red Bull van Max Verstappen te hebben gereden. De MCL39 had niet alleen snelheid, maar ook uithoudingsvermogen.