Interview
Talent van Williams wil Fangio achterna: ‘Trots op Argentijnse steun'
Norberto Mujica
Argentinië bracht een aantal absolute wereldtoppers in de Formule 1 voort. Juan Manuel Fangio is veruit de bekendste, maar ook José Froilán González en Carlos Reutemann hebben zichzelf in de geschiedenisboeken gereden. De laatste decennia is het qua Argentijnse Formule 1-rijders stil geworden. Franco Colapinto (20) gaat daar wellicht verandering in brengen. De jongeling komt komend seizoen met het Nederlandse MP Motorsport uit in de Formule 2, de belangrijkste opstapklasse naar de F1.
Wie praat met Colapinto, valt meteen zijn nederigheid en charisma op. Als hem tijdens een exclusief gesprek met GPblog wordt voorgelegd dat een volledige natie hoopt dat de jongeling de stap naar de F1 weet te maken, reageert hij: “Dat is iets heel moois. Eerlijk, de steun van zoveel mensen uit mijn land vervult me natuurlijk met veel trots en is iets unieks voor een coureur.”
“Om zo'n geweldige steun te krijgen van een land, van je eigen land, is iets heel speciaals. En ook nog eens dat de Argentijnen (met de hashtag #FranColapintoAF2, red.) me geholpen hebben bij het kunnen krijgen van mijn contract in de F1 is extra mooi. Ik denk dat iedereen het gevoel heeft dat er een bijzonder project gaande is.”
Colapinto ziet droom uitkomen
Colapinto maakte in 2023 zijn F2-debuut tijdens het weekend van de Grand Prix van Abu Dhabi. Hij noemt het ‘een eer’ om deel uit te maken van de huidige grid en legt uit hoe hij zijn eerste jaar in de categorie tegemoet ziet: "Ik droomde ervan om dit jaar in F2 te racen en nu krijg ik de kans om iets te doen waar ik al zo lang naar uitkijk. Ik bereid me fysiek heel goed voor. Het is duidelijk dat [de F2-auto] een veel fysiekere auto is dan de F3, en wat dat betreft gaat het heel goed met me, ook mentaal.”
De rijdersbezetting in de Formule 2 is waarschijnlijk de sterkste van de afgelopen jaren, met onder andere Colapinto zelf, Oliver Bearman, Kimi Antonelli, Zak O'Sullivan, Victor Martins, regerend F3-kampioen Gabriel Bortoleto en Red Bull Junior Pepe Marti. Zij gaan strijden tot en met de laatste wedstrijd in Abu Dhabi, komende december.
Colapinto wil altijd en overal de beste zijn
De Argentijnse coureur benadert zijn uitdaging pragmatisch, al is er ook het rotsvaste vertrouwen dat elke geboren coureur heeft. "Het maakt niet uit tegen wie ik race. Ik ben erg competitief, in alle categorieën was ik dat al. Ik race tegen degenen tegen wie ik twee jaar geleden in de F3 racete, tegen degenen tegen wie ik in de Formule Renault racete. Het zijn altijd min of meer dezelfden. Er is een heel hoog niveau in de Formule 2, het zijn nieuwe auto's, maar ik kijk uit naar de start van het jaar."
Colapinto is onderdeel van de Williams Academy. Het Engelse F1-team heeft hoge verwachtingen van de Argentijn, die direct moet presteren. Als wordt gesproken over die verwachtingen en de mogelijke druk die dat met zich meebrengt, komt Colapinto's volwassenheid tot uiting. "Ik wil altijd winnen, daarom race ik en dat wil ik dit jaar ook. Ik ga alles geven om een zo goed mogelijk resultaat te behalen.”
“Ik denk dat het natuurlijk moeilijk wordt om in het eerste jaar te winnen van coureurs als Martins en anderen die veel ervaring hebben. Maar ik denk dat ik hele goede resultaten kan behalen. Het team [MP Motorsport] doet het erg goed. Ik ben blij dat ik hier vandaag ben en dat ik deze geweldige kans krijg. Ik zal alles geven om dit jaar goede resultaten te behalen in de F2."
In de voetsporen van illustere Argentijnen?
In zijn thuisland Argentinië worden de belangrijkste klassen in de autosport nauwlettend gevolgd. Maar daar is ook de klasse Turismo Carretera, een serie waaraan bijvoorbeeld eerder genoemde Fangio, Juan María Traverso en huidig IndyCar-coureur Agustín Canapino ooit in streden, bijzonder populair. Wellicht een klasse waarin Colapinto op termijn ook te zien is? "Het is een erg populaire klasse en ik zou het geweldig vinden om op een bepaald moment, over vele jaren, de kans te krijgen om daarin een race te rijden. Om al die warmte en energie van het publiek te voelen, dat zou iets heel moois zijn.”
