Interview

De beste coureur zonder F1-overwinning en zelfs door Ayrton Senna gevreesd

De beste coureur zonder F1-overwinning en zelfs door Ayrton Senna gevreesd

19 januari - 18:00 Laatste update: 21:35
11

Volgens de overlevering is hij de beste Formule 1-coureur ooit zonder een Grand Prix-overwinning. Zelf noemt Derek Warwick (69) dit enerzijds ‘geen goede statistiek’, maar ook ‘met terugwerkende kracht een compliment’. Een gesprek met één van de meest aansprekende coureurs van de jaren tachtig en (begin) negentig, die zelfs gevreesd werd door Ayrton Senna

De vraag wordt hem vaker gesteld, zo vertelt Warwick in zijn kantoor in Jersey aan GPblog. “Soms maakt het me een beetje verdrietig dat het nooit is gelukt om mijn potentieel waar te maken. Denk ik dat ik had kunnen winnen? Dat ik een Grand Prix-zege kon pakken? Ja. Had ik wereldkampioen kunnen worden? Nou, het zijn de speciale mensen die wereldkampioen zijn.”

“Dus wellicht ja, misschien ook niet. Ik denk dat ik het had gekund, maar ik ben een beetje bevooroordeeld. Ik heb in mijn leven twee wereldtitels veroverd; eentje op de korte oval met een soort van buggy. Die wereldtitel won ik op zeer jonge leeftijd. En natuurlijk het world sportscar championship en de 24 uur van Le Mans.” 

Een moeilijke start

Een gesprek met Derek Warwick is een adembenemende tocht door memory lane, vol kleurrijke anekdotes. Een verhaal dat hem leidt langs iconische teams als Brabham, Toleman, Renault, Lotus, Arrows en Footwork. Uiteindelijk reed de Brit 147 Grands Prix (162 inschrijvingen), een avontuur dat startte in 1981. Pas in zijn 21ste (!) Grand Prix-weekeinde wist hij op de zondag voor het eerst de finishvlag van een Grand Prix te zien.

“Nou, de Toleman van ‘81 was vrij lastig. De auto was echt een shitbox. Brian Henton kwalificeerde zich voor één race en wist niet te finishen. Ik kwalificeerde me voor één race en kwam niet aan de streep. Maar ik toonde genoeg potentieel dat ze me behielden voor een tweede seizoen, maar dat was niet veel beter. Het was een auto ontworpen door Rory Byrne, die uiteindelijk één van de beste ontwerpers in de Formule 1 ooit werd. Maar het concept was verkeerd. En we hadden niet genoeg geld”, stelt Warwick, om aan te geven dat doorontwikkeling nauwelijks mogelijk was.

Week op week, wedstrijd op wedstrijd waren er tegenslagen. Alleen de mentaal sterksten weten in zo'n geval overeind te blijven. Warwick was als coureur zo iemand. De voormalig coureur vertelt over zijn biografie, waaraan hij momenteel werkt en die over een drietal maanden verschijnt: “Het heet ‘Never look back’ (Blik niet terug). Een van mijn pluspunten was dat ik nooit terugkeek. Dus toen ik in ‘86 naast de plek in de Lotus greep, zat ik niet in een hoekje te huilen. Ik keek alleen vooruit en dacht: ‘Wat gaan we nu doen?’ Het is één van mijn krachten, maar misschien is het een zwakte. Ik denk dat het een pluspunt is.”

Senna gaf veto over Warwick

Wat had de loopbaan van Warwick anders kunnen lopen. Lotus in ‘86 bijvoorbeeld. Eindelijk leek Warwick de kans te krijgen bij een topteam, naast Ayrton Senna. Maar de Braziliaan zag het niet zitten om de Brit als ploegmakker te hebben. Te goed, vond Senna Warwick. “Niet letterlijk zei hij dat, maar in feite was dat het geval”, blikt Warwick terug. “Ik had het contract getekend in ‘85 en werd toen gebeld door Lotus. Ik dacht dat ook zij de handtekening onder de verbintenis wilden zetten en me het tekengeld wilden geven.”

Maar niets bleek minder waar: “Voor mijn ogen verscheurden ze het contract en vertelden: ‘Sorry, er is druk van de sponsor, die weer onder druk is gezet door Ayrton. Hij wilde niet dat ik erheen ging [naar Lotus] en gelijkwaardig nummer één zijn. Hij wilde zelf de nummer één zijn, hij wilde het alleenrecht op de reservewagen, et cetera. Dus met terugwerkende kracht was het een compliment. Desondanks vernielde het mijn carrière, want ik had nergens om heen te gaan. Ik kwam uiteindelijk bij Brabham, maar dat was een dramatische auto. Het hele momentum was weg.”

'F1-coureurs van nu mogen van geluk spreken'

Toch een grotere ontgoocheling was het seizoen 1984, waarin hij uitkwam voor Renault. “We hadden Grands Prix moeten winnen”, meent Warwick, die dat seizoen tweede werd in Zolder en in Silverstone, en derde in Duitsland. In het algemeen zegt Warwick over zijn loopbaan: “Ik denk dat ik uitviel of een ongeluk had in vijftig procent van de races die ik ben gestart. Als je de coureurs van nu ziet, dan wil ik ze er graag aan herinneren dat ze geluk hebben.”

“Het [de Formule 1] is een wereld vol veiligheid nu. Alles is enorm betrouwbaar. Velen van ons zouden veel geld over hebben gehad om te rijden in Grand Prix-auto’s van tegenwoordig. Het was een gevaarlijke tijd, het was een moeilijke tijd. Maar zoals de teams indertijd gedurende lastige periodes altijd zeiden: ‘Het maakt je sterker’.”

Tussen de karakters

Karakters waren de F1-coureurs van toen sowieso. Warwick knikt: “Ik herinner me de staking in Zuid-Afrika. Ik was de jongeling, de nieuwe en ik zat in een kamer met Carlos Reutemann, Alan Jones, Piquet, Arnoux, Peroni, Villeneuve, Lauda, en Prost. Dat zijn iconische coureurs. Elk van hen kon Grands Prix of het wereldkampioenschap winnen. Heb ik hetzelfde gevoel bij dezelfde groep coureurs van vandaag?”, stelt de Brit zelf de vraag.

“Ik weet het niet. Maar ja, het waren toen allemaal karakters. We hadden allemaal respect voor elkaar, want we wisten dat het een zeer gevaarlijke tijd was om Grand Prix-coureur te zijn. Niet zo gevaarlijk als een decennium eerder, of dat van ervoor. Maar toch, het was nog steeds gevaarlijk. Ik denk dat dertien coureurs zijn omgekomen gedurende mijn elf jaar in de Formule 1. Niet alleen in de Formule 1, maar in alle topklassen van de autosport, zoals ook mijn kleine broertje Paul. Diep van binnen wist ik hoe gevaarlijk autosport was.”

De dood van Villeneuve

Zijn gedachten gaan terug naar ‘82, de Grand Prix van België op het circuit van Zolder. “Toen Villeneuve omkwam, was ik de eerste op de plek des onheils. Ik heb geholpen hem uit het hek te halen, zonder dat hij nog een helm op had. Die dag heb ik in mijn achterhoofd een kluis gecreëerd, waarin ik teleurstelling en tragedies opborg. Iemand zoals Gilles, die moest in mijn kluis. Ik zeg niet dat ik emotioneel werd. Ik weet nog dat nadat de medici arriveerden, ik terug in mijn auto sprong en naar de pits ben gereden.”

“Eenmaal daar heb ik enorm gehuild. Dus ik ben niet zonder emoties. Maar er zijn momenten dat ik zaken weg moet stoppen. Het enige wat mijn toenmalige vrouw echt pijn deed, was dat Gilles op zaterdagavond overleed en ik zondag opstond, ging douchen en me klaarmaakte voor de race. Rhonda vroeg me: ‘Wat ga je doen?' Ik vertelde dat het een racedag was. Tot op de dag van vandaag begrijpt ze niet hoe ik in het dagelijkse leven zo soft en vriendelijk kan zijn. Maar ik kan soms ook hard, gefocust en vastberaden zijn. Een beetje een gespleten persoonlijkheid. Maar in die dagen moest je een soort schild hebben om te overleven.”

Een gespleten persoonlijkheid

Terugkijkend op alles wat er in zijn actieve raceloopbaan is voorgevallen, zegt Warwick: “Ik denk niet dat het me heeft veranderd. Ik ben de persoon die ik ben. Altijd geweest. Ik ben zo iemand die kan huilen om een reclamespotje. Ik ben een zeer emotioneel persoon en er is weinig nodig om mij aan het huilen te krijgen. Maar ik heb die innerlijke kracht, die bescherming van binnen, die maakt dat ik moeilijke situaties in me op kan nemen.”

“Waarschijnlijk de moeilijkste periode van mijn leven was nadat Paul overleed. En twee weken na zijn dood en een week na de begrafenis, won ik op de Nürburgring de race in een Jaguar-sportscar. Ik kan dat niet uitleggen. Ik denk dat een hoop rijders dat niet kunnen en bij hun ging het bergafwaarts. Ik noem geen namen, maar ik zeker een aantal coureurs die na een tragedie nooit meer hetzelfde waren.”

Opnieuw stelt Warwick zelf de vraag: “Heeft het op mijn persoonlijkheid effect gehad? Nee. Ik zou mezelf als volgt willen samenvatten - maar het is een tegenstelling: Ik ben één van de meest egoïstische, niet-egoïstische mensen die je ooit ontmoet. Ik geef mijn leven voor je. Maar als ik iets moet doen, ik iets wil doen, dan houdt niets me tegen. Dat is het egoïstische deel in mij. Formule 1 was het egoïstische deel in mij.