Met een veel groter budget dan de meeste andere teams, zal er ook in 2019 weinig verandering komen in de voorhoede van de grid. De volgorde waarin
Ferrari,
Mercedes en
Red Bull aan de start zullen verschijnen kan nog wel verschillen, maar een ander team zal zich nog niet naar boven weten wurmen. Maar dat maakt de gevechten in de middenmoot niet minder interessant aankomend seizoen! In deze driedelige reeks behandelen we de teams die aankomend seizoen zullen strijden om het plekje achter de top.
Deel 2 gemist? Lees het hier terug! De nieuwe voorvleugel zal bij het ene team voor een stapje vooruit zorgen, bij een ander juist voor een flinke domper. Aangezien de drie top teams genoeg geld over de toonbank smijten (en er al vroeg in het seizoen werd begonnen aan de ontwikkeling ervan), lijkt de kans nihil dat die drie dermate ver terug zullen vallen. Het gat richting de ‘best of the rest’ is immers gigantisch. Daarachter begint het krap te worden en wisselen deze teams constant van stokje.
Hoogstwaarschijnlijk blijven er twee roze wagens rondrijden op de grid in 2019, maar onder welke naam dat zal gebeuren, is nog niet duidelijk. Mogelijk wordt vastgehouden aan Racing Point, maar waarschijnlijk bedenkt men iets beters. En met ‘men’ worden uiteraard Lawrence Stroll en zijn mede-investeerders bedoeld.
De vader van
Lance Stroll kocht het in elkaar gedonderde Force India in het Belgische Grand Prix-weekend, waarna het roer langzaam maar zeker om ging. Uiteraard betekende de overname ook de introductie van Lance Stroll als coureur bij het team, waardoor Mercedes-junior
Esteban Ocon op een zijspoor werd gezet. En je motorleverancier op die manier behandelen is misschien niet heel handig.
Aan de andere kant, Force India heeft weinig te vrezen. De afgelopen seizoenen wist het prima prestaties te behalen en dat was met constante financiële problemen in het achterhoofd. Onderdelen konden niet worden gemaakt (of worden geleverd als er eentje kapot ging) en alles moest met een budget van drie euro vijftig. Nu is er voldoende geld en blijft er gewoon een krachtbron van Mercedes achterin de auto liggen. En dat biedt mogelijkheden.
Weet Force India het chassis op de rails te krijgen, dan kan het best nog wel eens onverwachts goed presteren. Immers kan de volledige focus op de auto zelf worden gericht en laat met het bouwen van de motor over aan Mercedes. Die aanpak werkte afgelopen seizoen ook uitermate goed bij Haas en Sauber, waardoor het niet gek is om te denken dat Force India in 2019 in ieder geval een stuk dichter bij P4 zal komen.
Charles Leclerc en
Marcus Ericsson vertrekken bij Sauber,
Kimi Raikkonen en
Antonio Giovinazzi nemen de vrijgekomen plaatsen in. Ervaring en kennis, precies wat Sauber nodig heeft om de volgende stap in de
Formule 1 te zetten. De motor van Ferrari doet wat deze moet doen en het team beschikt over een eigen (en naar eigen zeggen, ‘hypermoderne’) windtunnel waardoor ook het bouwen van de auto zelf geen probleem moet zijn.
Afgelopen seizoen drongen de Sauber al geregeld door in de top tien en werden er maar liefst 48 punten gepakt. Dat hadden er uiteraard meer kunnen zijn als Marcus Ericsson wat dichter in de buurt van de resultaten van zijn teamgenoot had gezeten.
Met de kennis, ervaring, financiële en technische middelen in huis om het project weer tot een succes te maken, zal 2019 een belangrijk jaar voor Sauber worden. Als het de Zwitserse renstal lukt om vanaf de eerste race in Australië weer in de top tien te zitten, dan is het slechts een kwestie van tijd voordat het semi-zusterteam van Ferrari op de deur van de grote broer kan kloppen.
De aanpak van Sauber met de motor van Ferrari werkt, maar ook de keuze van Haas om eigenlijk alles uit te besteden werpt vruchten af. De Amerikaanse renstal weet als jong team nu al de top van het middenveld te bereiken en het kwam eigenlijk maar door één coureur dat het naast P4 bij constructeurs greep. Diezelfde
Romain Grosjean rijdt ook aankomend seizoen weer voor Haas, maar de Fransman lijkt eindelijk zijn goede vorm terug te hebben gevonden. Precies op tijd voor 2019.
Want het uitbesteden van eigenlijk alle onderdelen kan op het ene moment best prima werken, maar zal zeker in 2019 roet in het eten van Haas kunnen gooien. De nieuwe voorvleugel brengt de nodige beoogde veranderingen met zich mee, waardoor het uitermate belangrijk is om het vanaf dag één juist te hebben. Lastig als je niet zelf kan meten, priegelen, weer meten en ga zo maar door.
Afgelopen seizoen werd duidelijk dat het voornamelijk de auto van Haas zelf was waar nog flink wat verbeterpunten lagen. Gedwongen zelfs, aangezien er eindelijk weer eens een diskwalificatie plaatsvond vanwege het overtreden van de regels. Op de technische circuits waar snelheid er minder toe doet, heeft Haas het nog steeds lastig en verliest het kostbare punten. Wil het in 2019 eindelijk P4 bemachtigen, dan zal er misschien toch eens nagedacht moeten worden over of het uitbesteden van elk onderdeel wel zo’n slimme zet is. Anders wordt het volhouden tot de introductie van de budgetcap en hopen dat andere teams finaal de mist in gaan.