De eerste race van het seizoen in Melbourne, is niet representatief voor de rest van het seizoen. Daarover waren alle coureurs en teambazen het eens, maar ook de tweede Grand Prix zou nog niet alles zeggen. Toch zijn er in de woestijn van Sakhir wel een aantal dingen duidelijk geworden, die wij voor je op een rijtje zetten.
McLaren lijkt goede vorm terug te hebben
Een prima plek in de top tien tijdens de kwalificatie en eindigen op P6 na meerdere concurrenten in te hebben gehaald.
Lando Norris liet in Bahrein zien waarom hij niet voor niets een plekje heeft gekregen bij
McLaren en pakte kostbare punten voor het team. Een team dat Fernando Alonso na vorig seizoen verliet omdat de prestaties tegenvielen.
Spijt zal de Spanjaard misschien nog niet hebben, maar als de MCL34 zo door blijft gaan, komt dat vanzelf.
Carlos Sainz kon het
Max Verstappen zelfs lastig maken in de openingsronden van de Grand Prix van Bahrein. Ja, het circuit in Sakhir is niet bepaald een track waar
Red Bull vaak goede zaken doet, maar deze keer moest het wel heel hard verdedigen. In de kwalificatie wist het nipt Haas van zich af te houden, in de race was McLaren een geduchte tegenstander. Een uitgangspositie die de Britten maar al te graag uit willen bouwen tot een concurrentiepositie in de top.
Red Bull en Mercedes moeten aan de bak
Qua snelheid heeft Red Bull niets te klagen met de krachtbron van Honda achterin en ook qua betrouwbaarheid lijkt de motor vooralsnog dik in orde. Tel daar de geruchten bij op dat Honda de motor uit voorzorg nog niet op vol vermogen laat draaien en in theorie moet het enkel regenbogen en zonnestralen zijn die uit de RB15 komen. In Bahrein blijkt dat absoluut niet het geval.
Pijnlijk genoeg is het in 2019 het paradepaardje van Red Bull dat het probleempunt is: Het chassis. Red Bull-adviseur Helmut Marko erkende het al en in Bahrein werd het enkel bevestigd, namelijk dat de ontwikkeling van het chassis vertraging op hebben gelopen. Een zekere
Pierre Gasly voorkwam dat Red Bull in Barcelona al een aantal dingen kon testen, waarna de vertraging alleen maar op is gestapeld. Gezien het budget van Red Bull zal dat gedurende het seizoen wel weer worden rechtgetrokken, maar de subtop komt in het begin dan wel akelig dichtbij. In Bahrein in de vorm van
Haas en McLaren.
Ook bij Mercedes zullen er overuren worden gedraaid. De W10 wist weliswaar wederom een race te winnen, ook deze keer werd dat enkel mogelijk gemaakt door pech bij
Ferrari. Geen verkeerde afstelling deze keer, maar een defect in de motor van Charles Leclerc en een paniekerige reactie bij Sebastian Vettel. Zonder die twee dingen was
Charles Leclerc met twee vingers in zijn neus naar de overwinning gereden, waardoor de boodschap van Lewis Hamilton duidelijk was.
“P1 is mooi, maar we moeten hard aan de bak: Deze jongens zijn te snel voor ons.”Williams niet het enige team in de problemen
Dat
Robert Kubica en
George Russell voorafgaand aan het 2019-seizoen al veroordeeld waren tot de twee laatste plaatsen, was voor iedereen al duidelijk. Dat Racing Point met een miljardair als eigenaar het nauwelijks beter weet te doen, dat is wel een grote verrassing.
Lance Stroll eindigde na een knullige eerste ronde als veertiende, enkel voor de beide coureurs van
Williams.
Het geld van Lawrence Stroll (vader van Lance) werd gretig gebruikt om met een vrachtwagen voor upgrades naar Melbourne te komen. Voor een geweldige prestatie zorgde het pakket echter niet, waarna de verbaasde blikken in de garage te zien waren. Ook in Bahrein was het voormalige Force India slechts een vage schim van zichzelf, met slechts één puntje aan het einde van de rit. Aan de motor van Mercedes zal het niet liggen (goed, overwinningen zal men er vooralsnog niet mee kunnen winnen, daarvoor moet men bij Ferrari zijn zo lijkt het), waardoor Racing Point het lot toch echt in eigen hand heeft.
Ricciardo nog steeds de pechvogel
In Melbourne was het de MGU-K van Carlos Sainz die plofte, in Bahrein kwam daar hetzelfde onderdeel van
Daniel Ricciardo bij. Extra pijnlijk was het vrijwel gelijktijdig stilvallen van de auto van teamgenoot
Nico Hulkenberg, waardoor Renault een lading punten zag verdampen. Na twee raceweekenden staat het Franse fabrieksteam op een teleurstellende zevende plaats bij de constructeurs, met de kennis dat het middenveld dichter op elkaar zit dan voorgaande jaren.
Het gat tot aan P4 (Alfa Romeo Racing) is nog te overzien, aangezien het verschil slechts vier punten bedraagt. De vraag is alleen in hoeverre Renault niet ook al het geluk heeft gehad dat het gat slechts zo klein is. Had Haas in Melbourne wel een fatsoenlijke pitstop kunnen houden met Romain Grosjean, dan was de Amerikaanse renstal al flink uitgelopen. En gezien de sterke vorm van McLaren, lijkt ook het Britse team een kandidaat voor P4 bij de constructeurs te zijn.
Extra pijnlijk zou het natuurlijk zijn als die hoger eindigen dan Renault zelf. Vorig jaar was de MCL33 van McLaren een badkuip op wielen gedurende het grootste deel van het seizoen, nu presteert het behoorlijk. Als blijkt dat het klantenteam door het hogere budget eerder het chassis op de rails weet te krijgen, zal men zich bij Renault toch eens flink achter de oren moeten krabben. Is het proberen te werken met een budget van twee euro vijftig wel zo’n goed idee als je in 2021 kampioen wil worden?
Harde band nog steeds het buitenbeentje
Pirelli mag dan wel de benaming van de banden hebben veranderd voor 2019, één ding is onveranderd gebleven. De hardste compound die de Italianen meenemen naar een raceweekend, vindt nog steeds nauwelijks aftrek bij de teams. Men neemt nauwelijks setjes mee om te gebruiken tijdens de trainingen en ook tijdens de race blijft het harde rubber in de bandenwarmers.
Zelfs in Bahrein, waar een tweestopper verplicht bleek, maakte de harde band geen enkele kilometer op de zondag. Met een pitstoptijd van dik 25 seconden, had je op z’n minst verwacht dat één team het harde rubber uit zou proberen. Het gat van één seconde per rondje tot aan de medium zou wel aanzienlijk zijn geweest, maar je kan dan tenminste wel volle bak doortrappen. Nu kwamen coureurs in een situatie waarin ze hun softs dermate lang uit moesten rekken dat de rondetijden dramatisch kelderden.
Wat ook interessant is, zij het meer met betrekking tot de kwalificatie, is dat het in de top tien kwalificeren op harder rubber verleden tijd lijkt te zijn. Het middenveld zit zo dicht op de top in Q2, dat geen enkel topteam het aandurft om een coureur de baan op te sturen met de medium compound onder de auto. Elke tiende kan het verschil maken tussen wel of geen plekje in de volgende sessie. Laat staan dat je het risico neemt om een volle seconde in te leveren om een klein voordeel te hebben in de race. Mogelijk dat een baan als Singapore later dit seizoen nog wel een paar gokkers ziet, maar in het begin van 2019 in ieder geval niet!