F1 Nieuws

Leyton House: Het team waar Adrian Newey zich mee op de kaart zette

Leyton House: Het team waar Adrian Newey zich mee op de kaart zette

05-03-2020 12:30
1

Voordat Adrian Newey bekend werd als de man die met zijn ontwerpen een team als Red Bull Racing naar het kampioenschap kan loodsen, heeft ook hij zich in de wereld van de Formule 1 moeten bewijzen. Dat deed hij bij March, dat in de jaren dat hij daar actief was beter bekend stond als Leyton House.

Newey was in de jaren 80 al enige jaren werkzaam voor chassisbouwer March en was daarbij onder meer verantwoordelijk voor het ontwerp van de sportwagens en het chassis waar Bobby Rahal in 1986 en 1987 IndyCar-kampioen mee werd.

Laatste F1-avontuur van March

Tegen die tijd was March echter aan een nieuw avontuur begonnen. Na jarenlang chassis’ voor klantenteams gebouwd te hebben besloten zij in 1987 om met een eigen auto terug te keren in het wereldkampioenschap Formule 1. Deze stap werd gefinancierd door de eigenaar van het grootste warenhuis in Tokyo: Leyton House. En dus kreeg het team ook die naam.

Voor het eerste seizoen besloot het team niet moeilijk te doen. March nam één van hun F3000 chassis’ en plaatsten daar een F1-motor in. Het zal geen verrassing zijn dat deze wagen totaal niet competitief was en dus werd Newey de aangewezen persoon om voor 1988 een échte Formule 1-auto te ontwerpen.

Met gebrek aan vermogen tegen de Turbo’s

Ook voor dat tweede jaar waren de verwachtingen echter niet hooggespannen. Leyton House moest namelijk gebruik maken van een atmosferische V8-motor die zo’n 580pk leverde. Een groot deel van de concurrentie had echter nog de beschikking over turbomotoren. Deze zouden voor 1989 verboden worden, maar in 1988 hadden ze daar nog een enorm voordeel van.

Al bij de eerste test baarde het (voor die tijd) bijzonder smalle ontwerp van Newey echter opzien en toen bleek dat de wagen in handen van de zeer capabele Ivan Capelli ook nog goede tijden kon rijden, werden de verwachtingen voor dat seizoen opeens opgeschroefd. Het team haalde zelfs de cover van Autosport Magazine.

Strijden tegen de grote teams

De AN 881, zoals de wagen heette, bleek echter niet van het meest betrouwbare soort en ondanks dat de snelheid erin zat, kwam het team in de eerste vier races niet verder dan een tiende plaats bij de Grand Prix van Monaco. Pas bij de Grand Prix van Canada kwam de doorbraak, toen Capelli een knappe vijfde plaats behaalde.

Daarmee bewees het team dat het ondanks het gebrek aan vermogen op geen enkel circuit onder hoefde te doen voor de concurrentie. In de resterende races werd bijna elke keer punten gescoord (top 6), met als hoogtepunten een derde plaats in België en een tweede plaats in Portugal.

Succes van korte duur

Leyton House deed met een fractie van het budget en veel minder motorvermogen mee met de grote jongens. De euforie was helaas van korte duur. Na 1988 werd weliswaar nog twee keer het podium gehaald, maar het team werd vooral geplaagd door betrouwbaarheidsproblemen.

In de jaren die volgden werd vaker niet dan wel de finish gehaald en die situatie werd er niet beter op toen bleek dat de geldstroom van de Japanse investeerder langzaam opdroogde. Eind 1992 viel uiteindelijk het doek. Toen was Adrian Newey al enige tijd vertrokken. Hij was opgepikt door Williams en zou met zijn ontwerpen de jaren 90 domineren.