dossiers

Tom Coronel


Ze mogen dan wel als twee druppels water op elkaar lijken, de gebroeders Coronel hebben wel degelijk een aantal verschillen. In het geval van Tom Coronel betekent dat het inslaan van een totaal andere weg dan broer Tim als het gaat om raceloopbaan, maar slaan de broers uit Naarden geregeld de handen ineen in de Dakar.

Ze mogen dan wel als twee druppels water op elkaar lijken, de gebroeders Coronel hebben wel degelijk een aantal verschillen. In het geval van Tom Coronel betekent dat het inslaan van een totaal andere weg dan broer Tim als het gaat om raceloopbaan, maar slaan de broers uit Naarden geregeld de handen ineen in de Dakar.

Zelfde begin, ander verloop

In het Nederlandse kampioenschap van de Citroën AX-cup loopt Tom een paar jaar voor op broer Tim, met een titel voor Tom in die serie in 1991. Een overstap naar het Nederlandse Touringcar-kampioenschap volgt het jaar daarop en daarmee komt direct de titel. In datzelfde 1992 neemt Tom ook plaats in het Nederlandse Formula Ford kampioenschap, met de titel in die klasse op zak na het 1993-seizoen.

De weg Formula Ford-Duitse Formule 3 is er eentje die geregeld werd bewandeld door Duitse racers, Tom Coronel neemt diezelfde route na zijn succes in het DTCC. Rijdend voor WTS (waar Michael Schumacher en Jos Verstappen ook voor uitkwamen) komt de Nederlander naast een andere Schuamcher te zitten: Ralf. Naast de Duitser wordt Tom zevende in het algehele klassement, met een vijfde plaats in het Nederlandse uitje van de Marlboro Masters op Zandvoort.

In plaats van de Europese weg af te leggen na het seizoen, verkast Tom naar Japan om daar in het nationale F3-kampioenschap mee te doen. Een derde plaats dankzij een P1 en meerdere P2’s zijn een puik resultaat, net als een twee plek met Prema tijdens de F3-race in Monaco.

In 1997 wint Coronel het Japanse Formule 3-kampioenschap met twee vingers in de neus, net als de Marlboro Masters op Zandvoort. Enkel Jos Verstappen wist dat als Nederlander te doen.

Van Azië terug naar Europa

Het succes in de Japanse Formule 3 betekent een overstap naar de Japanse Super GT en de Formula Nippon. In eerstgenoemde gaat Tom als een trein en de Nederlander grijpt in zijn Honda NSX nipt naast de titel. In 1999 is het echter de Formula Nippon waar Tom succes oogst, door daar in zijn tweede jaar te winnen. In datzelfde seizoen volgt een uitstapje naar de 24 uur van Le Mans met Racing for Holland van Jan Lammers, maar komt dat avontuur na dik tweehonderd rondjes vroegtijdig tot een einde.

Jos Verstappen en Pedro de la Rosa krijgen in 2000 de voorkeur boven Tom Coronel voor een zitje bij Arrows, waardoor het bij een enkele testbeurt in de Formule 1 blijft voor de man uit Naarden. In plaats daarvan wordt de focus verlegd naar 2001, waarin Coronel terugkeert naar het DTCC en in het GT-kampioenschap komt te rijden. In beide series wint Tom races.

Het Nederlandse kampioenschap van touringcars wordt ingeruild voor het Europese, alvorens het internationale kampioenschap in 2005 de plek wordt waar Tom komt te rijden. Een jaar later pakt hij in zijn Seat de titel met GR Asia en ook in de jaren daarna blijft de Nederlander trouw aan de Seats in het WTCC alvorens de overstap wordt gemaakt naar ROAL Motorsport.

De uitdaging der uitdagingen…in de Dakar

Wie denkt dat het rijden in de Dakar de grootste uitdaging is, kan nog bedrogen uitkomen: het opgescheept zitten met anderen in een kleine cabine zou menig persoon volledig doen flippen. Toch stappen Tim en Tom in 2009 samen in bij de Dakar en weten als 71e over de finish te komen. Een paar jaar later, in de 2020-editie, wordt dat resultaat met z’n tweeën nog eens flink verbeterd: met Thr Beast 3.0 komen de gebroeders Coronel als 27e over de finish.