F1 Nieuws
Testdagen niet altijd even leuk voor coureurs: “Dat is echt doodsaai”
Aankomend weekend zal er in Bahrein getest gaan worden en in vergelijking met voorgaande jaren zijn de testdagen aanzienlijk ingekort. Met het oog op kosten besparen is het op zich logisch, ook omdat de auto’s niet bijster veel veranderd zijn ten opzichte van vorig jaar. Voor coureurs zal het weinig uitmaken, maar voor teams is het vervelend. Die kunnen elke testdag immers goed gebruiken, zo schetst Christijan Albers in de nieuwe Formule 1-podcast van de Telegraaf.
Balen voor de teams
Albers wordt gevraagd hoe de testdagen in deze verkorte vorm nu uitpakken voor de teams, waarover de oud-F1-coureur zegt dat het moeilijker wordt voor de teams. Albers: “Voor een Formule 1 team is het natuurlijk balen. En het is frustrerend, want je wilt zoveel mogelijk testen. En het testen wordt elke keer teruggebracht en teruggebracht. Dus het wordt steeds moeilijker voor Formule 1-teams.”
“Het enige positieve is dat de Formule 1-auto’s zo weinig zijn veranderd dat in principe de basis er wel al is. Ze hebben een heel seizoen met zo’n auto gereden, waardoor alle kinderziektes er wel al uit zijn. Dus vandaar dat ze ook met minder testdagen wel toekomen. Maar het is natuurlijk fijner voor een Formule 1-team om zoveel mogelijk testdagen te hebben.”
Doodsaai…
De teams kunnen tijdens de testdagen zoveel mogelijk uitproberen en voor coureurs is het vooral zaak om zoveel mogelijk te rijden en data te verzamelen. Dit komt met ups en downs in de zin van hoe leuk het is, want op een gegeven moment kan het een wat saaie aangelegenheid worden. Althans, dat zegt Albers vervolgens.
“Voor een coureur zeg ik altijd: als je de eerste dag erin springt, dan zijn de eerste twee, drie uur leuk, maar daarna wordt het toch wel vervelend om rondjes te rijden. En dan heb je momenten waarop het echt cool gaat worden in de auto met een nieuwe set banden, het maximale eruit halen, dat je echt het gevecht aankan met je auto, met jezelf om je rondetijd te verbeteren…”
“Dan krijg je ook op je stuur de rondetijden te zien waar je sneller en langzamer bent, dat gevecht met jezelf en de auto, dat maakt wel weer dat je echt een coureur bent. Dan merk je dat je kippenvel krijgt en dat die strijdlust naar bovenkomt. Dat je de snelste ronde wilt hebben en dat je wilt laten zien dat je de beste coureur van het veld bent.”
Hoewel dat laatste soms ook nog wat terughoudend kan zijn. Zo zagen we vorig jaar snelle rondjes vlak voor het klokken afgebroken worden. Desalniettemin hebben coureurs dus zowel leuke als saaie momenten en dat laatste zit vooral in het testen van de race-setup. Zo zegt Albers tot slot: “Maar er zijn ook momenten dat je de race setup moet testen en langdurig rondjes moet rijden en dat is echt doodsaai.”
