Wel, niet, toch wel. Het was een avond vol wisselden emoties voor Fernando Alonso. De Spanjaard eindigde de Grand Prix van Saoedi-Arabië op de baan als derde, maar na de podiumceremonie moest hij zijn beker alsnog afgeven aan George Russell. De coureur van Aston Martin zou namelijk een tijdstraf niet goed hebben uitgevoerd. Een dag later was het tóch prijs: Alonso kreeg zijn podium terug.
Het bleek een uniek podium, want het was de honderdste keer in zijn lange loopbaan een beker mocht ophalen in de Formule 1. Een prestatie? Zeker! Hadden het eigenlijk meer moeten zijn? Ook!
Hamilton de koploper
Alonso startte inmiddels aan 360 weekeinden aan de Formule 1. Daarin kwam hij dus tot 100 podiumplekken, een percentage van 27.93 procent. Lewis Hamilton, de waarschijnlijk beste coureur die ooit in de Formule 1 uitkwam, stond liefst 191 keer op een F1-podium. Dat betekent een succespercentage van 61,2 procent. Er is overigens slechts één coureur die een percentage van 100 procent heeft. De Amerikaan George Amick eindige in alle Grands Prix waaraan hij startte, op het podium: in 1958 werd hij tweede tijdens de Indy 500, die toen nog onderdeel was van de Formule 1-kalender. Een jaar later kwam hij in Daytona tijdens een IndyCar-race om het leven.
De kans is aannemelijk dat Max Verstappen zich over niet al te lange tijd ook in het bovenstaande rijtje meldt. De Nederlandse wereldkampioen heeft al 79 podiumplekken. Dat is een succespercentage van bijna 50 procent.
