De kans is bijzonder groot dat Daniel Ricciardo volgend jaar geen zitje kan veiligstellen in de Formule 1. Daarmee nemen we afscheid van een achtvoudig racewinnaar die in de afgelopen jaren bij McLaren ondermaats presteerde, tot eigen frustratie. De Australiër is openhartig over zijn problemen dit jaar.
De Australiër heeft, ondanks dat hij nooit echt mee heeft gevochten voor een titel, een glansrijke carrière in de Formule 1. Na zijn afscheid van Red Bull Racing ging het voor Ricciardo alleen wel bergafwaarts. Een jaartje inkomen bij Renault was begrijpelijk en het jaar erna was de coureur ook aanzienlijk beter, maar bij McLaren haalde Ricciardo het niet meer. Hij werd twee jaar ingemaakt door zijn aanzienlijk minder ervaren teamgenoot Lando Norris.
Ricciardo deelt zijn frustratie en verwarring
Waar Ricciardo altijd juist sterk was in het aanremmen en aansnijden van bochten is dat nu juist zijn valkuil in de McLaren. In gesprek met The-Race.com zegt hij: “Als je bij een bocht aankomt, ben je in feite met je gedachte al bij de exit van die bocht, maar nu is het zo; 'Oké, ik rij in de remfase, nu in het stuurgedeelte en nu in de gasfase'.” Ricciardo verklaart: “Het is alsof ik de bocht nu in vijf stappen neem, terwijl je het eigenlijk moet aanpakken als één stap. Ik wacht af en ik reageer op wat ik voel. Ik vind het moeilijk om in te schatten wat ik eigenlijk doe halverwege de apex van de bocht.”
Ricciardo is openhartig en geeft toe na bijna twee jaar nog steeds niet optimaal overweg te kunnen met zijn auto, in tegenstelling tot teamgenoot Lando Norris. Het verschil in kampioenschapspunten tussen de twee McLaren-coureur is immens. Norris staat op P7 met 101 punten, Ricciardo is terug te vinden op P12 met meer dan zeventig punten achterstand. Ook over de verhouding met zijn teamgenoot is de Australiër openhartig: “We hebben natuurlijk erg veel data en ik kijk ook naar de ‘onboards’ van Lando. Ik zie waartoe hij in staat is en dan denk ik: ‘Oké, ik zie het wel, maar ik kan dit niet’. Dan denk ik weer: ‘Waarom draai ik niet gewoon, of waarom doe ik dát niet?’”
