Bernie Ecclestone geeft volgens het Duitse Bild in de documentaire Lucky! toe dat hij in het verleden betrokken is geweest bij omkoping. De Brit noemt daarbij het seizoen van 1981 als voorbeeld, toen hij teambaas was van Brabham.
De Braziliaan Nelson Piquet vocht in dat jaar in een wagen van Brabham met concurrent Carlos Reutemann (Williams) voor de wereldtitel. Beide mannen bleven het gehele seizoen dichtbij elkaar staan en konden daardoor in de slotrace in Las Vegas allebei nog wereldkampioen worden.
Ecclestone kocht masseur om
In de Amerikaanse stad hadden alle coureurs veel last van fysieke klachten, waarmee de prestaties achteruitgingen. Toen Ecclestone zag dat de Argentijn Reutemann in de pits in gesprek ging met een masseur, besloot hij om naar hem toe te lopen.
"Na een financiële discussie besloot hij Nelson te bevoordelen", verklaart Ecclestone. "We wonnen het kampioenschap in 1981 en dat was het einde voor Carlos, die kort daarna stopte met racen. Ik weet niet of ik hem dat ooit verteld heb." Een jaar later reed Reutemann nog slechts twee Grands Prix, waarna hij stopte met de Formule 1. Piquet bleef tot en met 1991 in de autosportklasse.
