De Formule 1 kent sinds het seizoen van 2006 een aangepast kwalificatiesysteem met drie ronden. Allereerst vallen na Q1 de vijf coureurs met de langzaamste tijden af. Nadat er nog vijftien rijders zijn overgebleven, gelden in Q2 dezelfde regels. Tot slot mogen de tien laatste coureurs gezamenlijk bepalen hoe de top tien van de startgrid eruit komt te zien. Maar welke coureurs kwamen sindsdien eigenlijk het vaakst niet verder dan Q1?
Tussen de eerste zeven rijders staan twee coureurs die nog altijd in de Formule 1 te vinden zijn. Zo slaagde Kevin Magnussen er 55 keer niet in om de eerste ronde te overleven, waardoor hij zich vervroegd kon opmaken voor de race. Op dat aantal staan eveneens Adrian Sutil, Heikki Kovalainen en Nicholas Latifi.
Lance Stroll bezet de tweede plaats. De Canadees had het bij Aston Martin vaak lastig in de kwalificaties en kwam maar liefst zestig keer niet verder dan Q1. De coureur bleef daarmee Timo Glock, die slechts één uitvalbeurt minder achter zijn naam heeft staan, nipt voor.
Ericsson staat op eerste plek
Beide mannen weten het aantal van Marcus Ericsson echter niet te bereiken. Hij kreeg het 71 keer niet voor elkaar om naar Q2 te gaan. Mogelijk wordt hij in het nieuwe seizoen echter afgelost door Stroll, die zich opmaakt voor een nieuw seizoen bij Aston Martin.
