Na een teleurstellende kwalificatie voor de Grand Prix van Oostenrijk, is de kwalificatie dit weekend nog slechter verlopen voor Ferrari. Volgens Mattia Binotto moet het team dan ook een pijnlijke waarheid voor ogen zien.
Tijdens de kwalificatie op zaterdagmiddag verschenen er pijnlijke cijfers op het scherm voor Ferrari. Charles Leclerc kwam niet verder dan P11 tijdens Q2 en Sebastian Vettel wist in Q3 niet van de laatste plaats af te komen. “Het is een erg tegenvallende dag geweest”, besluit Mattia Binotto dan ook in de Team Review.
“We moeten accepteren dat de stopwatch nooit liegt. In twee kwalificatie-sessies, hoewel in verschillende condities, zijn we niet competitief geweest. Niet alleen tegen onze concurrenten over de afgelopen paar jaar, maar ook tegen anderen, die we tot voor kort achter ons konden houden”, legt de teambaas van Ferrari uit.
Upgrades hebben geen effect
Het team heeft voor de tweede Grand Prix van het jaar veel upgrades meegenomen. “Die kwamen eerder dan gepland, maar ze hebben duidelijk niet hun werking getoond op de baan. We moeten erachter komen hoe dat komt en daar verandering in brengen. Onze huidige situatie is niet de naam Ferrari waardig. We moeten ons er niet op gaan blind staren, maar we kunnen de feiten niet negeren”, concludeert de Italiaan.
