In 2019 koos de Formule 1 ervoor om weer eens een punt in te voeren voor de snelste ronde tijdens een Grand Prix. Het was weer eens een wijziging in het puntensysteem dat voor het eerst sinds tijden eindelijk eens voor langere tijd gelijk bleef.
Wisselingen bij de start
In 1950 gaat het WK van start en worden er punten gegeven aan de eerste vijf coureurs die over de finish komen. De nummer één krijgt 8 punten, dan 6, 4, 3 en 2. Degene met de snelste ronde krijgt nog één punt en de beste vier races van een coureur tellen mee voor het kampioenschap. Dit gaat door tot en met 1957, alleen wordt er vanaf 1954 gerekend met de beste vijf races.
In 1960 verdwijnt het punt voor de snelste ronde en gaat het overgebleven punt naar de zesde coureur. Vanaf 1961 zal er ook aan de andere punten wat veranderen, want dan krijgt de winnende coureur zelfs 9 punten in plaats van 8. Waar het tot 1967 continu vijf á zes races zijn geweest die meetellen, is het vanaf 1967 een groter kampioenschap met maar liefst negen races die mee tellen voor de titel.
De balans
De balans lijkt gevonden voor een mooi kampioenschap, want tot en met 1990 wordt deze puntentelling(9,6,4,3,2,1) aangehouden en wisselt alleen de hoeveelheid races die meetellen. Zo tellen er in 1977 15 races mee, terwijl er in 1971 maar 9 races meetellen. Dat blijft wisselen, totdat er in 1991 voor wordt gekozen om alle races mee te laten tellen.
Vanaf 1991 gaan niet alleen alle races meetellen, maar wordt de overwinning ook weer meer waard. Waar de overwinning eerst acht en negen punten waard was, is die vanaf 1991 maar liefst tien punten waard. Nu er geen wisselingen meer zijn voor het aantal races dat meetellen, lijkt de sport stabieler te worden met deze regels die standhouden tot en met 2002.
Meer, meer en nog eens meer
In 2003 besluit de Formule 1 echter dat het nog niet genoeg is. Zes coureurs met punten maakt het nog niet spannend genoeg en dus krijgen acht coureurs vanaf 2003 punten. De overwinning blijft hetzelde aantal punten en wordt daardoor relatief minder waard. De rest van de puntentelling is dan als volgt: 10,8,6,4,3,2,1.
Dit houdt stand tot en met 2009, voordat in 2010 voor het huidige format wordt gekozen. De Formule 1 introduceert dan een compleet nieuwe puntentelling, met nu zelfs punten voor de beste tien coureurs: 25,18,15,12,10,8,6,4,2,1. In 2016 is er dan nog een unicum, met dubbele punten tijdens de laatste race in Abu Dhabi.
Het format krijgt nog een kleine update in 2019, als de Formule 1 het punt voor de snelste ronde weer uit de kast tovert. Nadat dit in 1960 is afgeschaft, keert het in 2019 weer terug met wel een regel vastgebonden aan het punt. Je dient namelijk te finishen in de top tien, aangezien het punt anders verdwijnt.
