De samenwerking tussen Ferrari en Sauber resulteerde vorig seizoen al in een omdoping van het laatstgenoemde team tot Alfa Romeo Sauber. Eén seizoen later werd dat Alfa Romeo Racing en werd vaste coureur Marcus Ericsson aan de kant gezet voor een nieuw rijdersduo. De Zweed zelf vond een plekje in de IndyCar en meent daar prima op zijn plek te zitten. Beter dan in de Formule 1 zelf.
“Als ik het vergelijk met de Formule 1, heb ik in de IndyCar wel de kans om elke race in de voorhoede mee te vechten om P1. Natuurlijk is het lastiger omdat je om je heen andere geweldige coureurs hebt, maar ik heb in ieder geval nooit het gevoel dat ik geen kans heb. Ter vergelijking: In de Formule 1 heb ik dat gevoel denk ik maar één keertje gehad”, meent Ericsson in het Franse AutoHebdo.
Toch keerde de Zweed vorige week even terug naar de koningsklasse: Als testcoureur van Alfa Romeo Racing voor de bandentests van Pirelli. Maar de F1 écht missen, dat deed Ericsson naar eigen zeggen niet.
“De Formule 1 zal altijd de Formule 1 blijven: De koningsklasse van de autosport. Ik zal de klasse ook altijd een warm hard toedragen aangezien je nergens anders hetzelfde gevoel krijgt: De snelheid in de bochten is fenomenaal. Maar liet het vertrek uit de F1 een gigantisch gat achter bij mij? Nee, dat niet. Op dit moment ligt mijn focus ook volledig in Amerika. Ik zou het geweldig vinden om hier langer te blijven en dus hoop ik op een contract voor 2020. En daarna? Wie weet! Ik laat het liefst alle opties open.”
