Jean-Eric Vergne en Robin Frijns hebben beiden kritiek geuit op de manier waarop gestrande auto’s van de baan werden gehaald tijdens de dubbele E-Prix van Diriyah, de seizoensopener van de Formule E in 2022.
Zowel in de kwalificatiesessie op vrijdag als in de race op zaterdag werden de gestrande auto’s van respectievelijk Edoardo Mortara en Alexander Sims niet op de meest veilige wijze geborgen. Er was onvoldoende communicatie tussen de wedstrijdleiding en de coureurs, die daarom niet werden gewaarschuwd voor de gevaarlijke situatie die op de baan was ontstaan.
Formule E-coureurs uiten kritiek op wedstrijdleiding
Meerdere coureurs zijn dan ook niet bepaald te spreken over de onveilige gang van zaken en wijzen daarbij op ernstige incidenten uit het verleden. “Ik ben nog steeds geschokt door de manier waarop het einde van de race werd afgehandeld”, begint Vergne. “Een kraan op de baan, een safety car die vlak ervoor stopt in een blinde bocht waardoor auto's zich opstapelen, geen enkele informatie... Het lijkt erop dat mensen niet leren van fouten uit het verleden”, klinkt het kritisch.
Ook Envision Racing-coureur Frijns laat ziet kritisch uit over de gang van zaken. Hij maakte de situatie van dichtbij mee en beschrijft deze als ‘behoorlijk gevaarlijk’. “De safety car stopte opeens”, verklaart de Nederlander, die hierna achterop de auto van Edoardo Mortara knalde. Dit alles gebeurde terwijl de kraan enkele meters verderop nog op de baan stond.
