Binotto: ’Ja, ik ben absoluut opgelucht’

Ferrari heeft in Bahrein op zich aardige zaken gedaan met een dubbele puntenfinish van zijn coureurs. Charles Leclerc kwam als zesde over de streep en Carlos Sainz als achtste. Met het rampjaar 2020 in het achterhoofd heeft het Italiaanse team absoluut vooruitgang geboekt en daar is teambaas Mattia Binotto erg opgelucht over.

Druk op Binotto

Ferrari had eind 2020 een hoop werk te doen om een herhaling in 2021 te voorkomen. Het team heeft op diverse vlakken de auto weten te verbeteren en vooralsnog pakt dat goed uit. Echt meedoen om het kampioenschap zit er dit jaar waarschijnlijk niet in, maar een beter presterende Ferrari is per definitie goed voor de sport.

Mattia Binotto stond logischerwijs heel erg onder druk en daarom heeft hij op voorhand de verwachtingen getemperd. 2021 zal niet het jaar van Ferrari zijn en met dat getemperde perspectief kan Binotto nu gerust ademhalen. Dit laat hij optekenen in gesprek met Racer.com, waar hij terugkijkt op de eerste prestaties van de SF21.

Gezondere werkomgeving

Binotto: “Ja, ik ben opgelucht, absoluut, omdat we werken vanuit een betere positie en dat is gezond voor het team. Het is belangrijk dat het team in een gezonde conditie kan werken, kalm en positief blijft. Voor mij was dat belangrijk en de progressie van de auto zien plaatst het team in een soort sereniteit waardoor we op een nog betere manier kunnen werken.”

Een van de zaken die daarin meehelpt is de verbetering van de krachtbron die ogenschijnlijk competitiever blijkt. Voor nu is dat de eerste stap in de juiste richting en in 2022 introduceert het team een volledig nieuwe motor, die in ieder geval competitief genoeg moet zijn. Binotto hoopt ook dat die motor een maatstaf zal zijn voor andere teams, zoals hij eerder al liet doorschemeren.