F1 Nieuws
Ricciardo ziet extra werk bij Renault als 'bewijs' voor liefde F1
Daniel Ricciardo kijkt terug op zijn besluit om eieren voor zijn geld te kiezen (vrij letterlijk) en namens Renault uit te komen in 2019 en 2020. De ambities van hem, evenals het fabrieksteam, zijn nog niet verwezenlijkt en de weg is nog lang, maar voor de voormalig Red Bull-coureur is de zet een waardevolle kans geweest om zijn motivatie voor de sport te herontdekken.
Géén makkelijke uitweg
“Het is geheel mijn intentie geweest om hierheen (naar Renault red.) te gaan”, begon Ricciardo in gesprek met de BBC. “Ik zie die niet als twee tussenjaren zonder actie. Ik weet dat sommige mensen dat denken, maar ik wil echt dat het werkt. Ik denk dat de uren die ik erin gestopt heb dit jaar aantonen dat ik nog de drive heb om dat waar te maken”, vervolgde de Australiër.
“Wil ik blijven? Ja, want ideaal gezien bereiken we het volgend level”, stelde hij.
Gat dichten nog belangrijker
Ondanks de opwaartse trend, kampt het team met een bitterzoete nasmaak van voor de zomerstop. Klantenteam McLaren profiteerde destijds royaal, terwijl het Franse fabrieksteam door betrouwbaarheidsproblemen veel waardevolle punten misliep.
Volgens Ricciardo is dat te relativeren, aangezien het target verder ligt dan P4 in het constructeurskampioenschap: “Niet om negatief te doen, maar ongeacht of wij nou elk weekend als zesde zouden eindigen; ik weet dat er nog grotere targets zijn en dat wij nog niet staan waar wij willen”, beredeneerde de Australiër.
Voorbereid op lange dagen
“Het klopt dat we verder weg ervan staan dan verwacht, maar ik wist dat er werk aan de winkel was en dat daar vele uren ingingen. Het voelt alsof ik daarop voorbereid ben geweest”, verduidelijkte de Renault-coureur.
Tenslotte benadrukt de Honey Badger dat hij het met liefde doet: “Ondanks dat ik meer gewerkt heb dan in de afgelopen jaren, geniet ik best wel, want de omgeving is anders; met nieuwe relaties en mensen. In vele opzichten heeft het mijn interesse in de sport herbevestigd”, aldus Ricciardo.
