F1 Nieuws

André Hoogeboom: door de ogen van schrijver 'Max' Verstappen biografie (1)

André Hoogeboom: door de ogen van schrijver 'Max' Verstappen biografie (1)

24-08-2019 19:00
4

Michael Janiec

Met de stormachtige opkomst van Max Verstappen in de koningsklasse, is Formule 1 in Nederland (weer) helemaal een ding. Aan de frontlinie van de F1-gerelateerde informatievoorzieningen, vindt de immer nieuwsgierige fan F1-boeken. En achter elk boek vindt men? Juist, een schrijver. André Hoogeboom, voorheen veelal actief als dagblad- en sportjournalist, heeft inmiddels meerdere F1-boeken op zijn naam staan. Een weg, die hij in 2009 begon te bewandelen, door het boek ‘Spyker – Langs de afgrond’ uit te brengen. Daarvoor was Hoogeboom al actief over de sport aan het verslaggeven, toen Jos Verstappen op het hoogst niveau meereed. In 2016, volgde de ongeautoriseerde biografie ‘Max’, met de zevenvoudig Red Bull Racing Grand Prix-winnaar in de hoofdrol. We spraken met het brein achter meerdere F1-bestsellers.

Hoe vergelijk je de ‘Max’ van toen met de Max Verstappen van nu?

Sinds Canada vorig jaar, na het echec van Monaco, is de knop omgegaan. Ik heb wel een vermoeden hoe dat is gekomen, maar dat is een vermoeden en die spreek ik liever niet uit. Hij is veel geduldiger geworden en gaat niet meteen voor het eerste de beste gaatje, wat hij voorheen wel deed. Toch heeft hij zijn agressiviteit behouden en combineert nu het beste van het Verstappen-dna. Het is net alsof hij nu de ideale combinatie heeft van vaderlijke agressie en moederlijk geduld. 

Weet je nog je allereerste F1-herinnering?

Nou, dat is wat diffuus, maar ik herinner me dat een schoolvriendje van me in de vijfde klas van de lagere school - nu groep 7 - een enorme elektrische Jouef racebaan had, waarop je kon rijden met schaal BRM's en Ferrari. Ik had de donkergroene BRM en die was altijd sneller. Ik heb zo'n baan later ook gekocht, maar het was een nachtmerrie. Die dingen gingen steeds stuk. Later kocht bouwpakketten en zette de F 1 wagens in elkaar, gefascineerd als ik was door de techniek. Ik heb zo de Lotus 78 van Mario Andretti in elkaar gezet, de wagen van Colin Chapman die de grondeffect revolutie ontketende. En de witte Honda RA272 met de rode zon. Echte beauty's.

Je was voorheen gedurende een jaar of tien te vinden aan de frontlinie van Formule 1-nieuws. Welke herinneringen en/of momenten zijn je het meeste bijgebleven uit die tijd?

Dat klopt. De mooiste herinnering was de presentatie van het Arrows-team van Jos Verstappen en Tom Walkinshaw in 2000, die plaatsvond in de haven van Melbourne bij de opening van het nieuwe seizoen. De wagen - gesponsord door Orange - was knaloranje en werd uit een havenpakhuis getild met een kraan tegen de ondergaande zon. Prachtig beeld. Verder de twee crashes van Jacques Villeneuve en Riccardo Zonta in 1999 in Eau Rouge Spa Francorchamps. Ongelooflijk dat ze daar levend uit zijn gekomen. In het mediacentrum stopte iedereen met tikken en was het even doodstil.

Welk jaar was je favoriete GP van Zandvoort?

Zandvoort 1978 was de mooiste, ook al vanwege de aanwezigheid van de Lotussen, waarvoor ik een zwak had omdat ze zo mooi én snel waren. Ze (Mario Andretti en Ronnie Peterson) werden één en twee. 

Wat is je kijk als journalist op de heel erg gestuurde communicatie binnen F1?

Mmm, niet zo positief. Uit ervaring weet ik hoe moeilijk het is om een origineel verhaal boven water te halen, maar de verslaggevers maken zich te vaak schuldig aan knuffeljournalistiek. Kritische vragen durven ze niet te stellen uit angst in een slecht blaadje te komen bij de coureurs. Ik vind dat jammer, want zo blijven de volgers van de Formule 1 met veel vragen zitten. Bovendien praten ze elkaar allemaal na.

In het mediacentre van de paddock lagen vroeger stapels knipsels - dat zal nu on line te vinden zijn - en daar kon je uit putten. Maar sommige de kranten nemen het niet zo nauw met de waarheid en gooien zonder bronvermelding 'nieuws' op het net, dat vervolgens nageblaat wordt door de goegemeente. Zo ontstaan parallelle waarheden die niets meer te maken hebben met de realiteit. Zie de laatst geruchtenmachine rond Max, die genoeg zou hebben van Red Bull. Slagen in de lucht, meer niet.

Daarentegen, wat vond je van ‘Drive to Survive’ docu van Netflix?

Een geweldige serie. Het kan dus blijkbaar wel. Gewoon als een fly on the wall registreren wat er gebeurt. De ontmoetingen tussen Abiteboul en Horner, een boze Verstappen na de crash met Ricciardo. Goeie televisie. 

Je andere populaire boek, Formule 1, zat vol met sappige details en inside-info. Hoe krijg je zulke informatie naar boven? Is het een kwestie van de juiste mensen goed genoeg kennen of?

Een beetje van allebei. Het helpt als je de juiste mensen kent, dat maakt de introductie een stuk makkelijker. Ik werkte als journalist voor de regionale bladen met autosport als specialisatie. Zo heb ik de meeste hoofdrolspelers leren kennen. Dan heb je al een connectie en vervolgens gaat het erom de juiste vragen te stellen en een dialoog aan te gaan die ruimte laat voor improvisatie.

Het is deels techniek, voorbereiding, parate kennis en verder go with the flow. Als een gesprek goed verloopt en er is wederzijds vertrouwen kom je al heel ver. Dat vertrouwen moet je dan vervolgens ook niet schenden, dus de mensen moeten off-the-record ook iets kwijt kunnen.

Op zondag volgt het tweede deel van dit interview, waarin André spreekt over zijn recentere uitgaves, zoals het F1-fictieboek Dodelijke Ambitie.