F1 Nieuws
Ferrari bezorgd om standaardisering in F1: "Dat hoort niet bij deze sport"
Richard Verweij
De standaard versnellingsbak komt er niet, maar een rits andere onderdelen zal wel van één fabrikant komen. De Formule 1 wil dat teams vanaf 2021 de broekriem aantrekken en dus moet er bezuinigd worden op ontwikkelkosten. Kleinere teams zijn voor, grotere teams balen: Zij kunnen immers op elk vlak een paar duizendste van een seconde tijdswinst vinden door met geld te smijten. Ferrari-teambaas Mattia Binotto spreekt zich dan ook uit tegen de weg die de Formule 1 wil inslaan.
“Tevreden met de 2021-reglementen, dat kan ik nog steeds niet zijn”, meent de Italiaan tegenover de Italiaanse tak van Motorsport. “Vanaf het allereerste moment hebben wij benadrukt dat we tegen standaardisering zijn (van technisch componenten) en toch zijn we in die richting geduwd.”
“Waarom we er tegen zijn, is simpel: Het past niet bij het DNA van de Formule 1. In deze klasse draait het om competitie en het standaardiseren van onderdelen staat daar haaks op. Daarnaast is het ook nog zo dat het standaardiseren van onderdelen geen garantie geeft dat geld wordt bespaard. De auto en sommige bijbehorende elementen zullen aangepast moeten worden om nieuwe standaard onderdelen kwijt te kunnen. Ik betwijfel dus of we uiteindelijk goedkoper uit zijn.”
Ferrari is, naast Red Bull, Mercedes en McLaren, één van de teams die vanaf 2021 flink moet bezuinigen als de budgetcap er komt. Vorig seizoen gaf het team uit Maranello een slordige 410 miljoen dollar uit, vanaf 2021 zou dat budget vast komen te staan op 175 miljoen.
