De tragiek van de middenmoot: ‘Het is niet makkelijk, één punt vieren'

Mediabank Formule E

Interview

nico muller over de uitdaging van nooit meedoen om de hoofdprijzen

Voor een topcoureur is het één van de ergste dingen die je kan overkomen: in werkelijk de allerlaatste ronde, na bijna tien uur voluit racen, met een plots probleem je bolide aan de kant moeten zetten. Zeker als je de afgelopen seizoenen bepaald niet verwend bent geweest qua resultaten. Nico Müller, met Jean-Éric Vergne en Mikkel Jensen uitkomend voor het WEC-team van Peugeot, kan er inmiddels over meepraten. De auto van het Franse team viel eerder dit seizoen in Qatar in de voorlaatste ronde stil; weg onverwachte en uiterst knappe tweede plek.

“Echt, sinds de WEC-race in Imola, is het allemaal een soort van vergeten, want we hebben een duidelijke opdracht voor ons”, vertelt de Zwitser tijdens een exclusief gesprek met GPblog. “De focus is om honderd procent klaar te zijn voor Le Mans. We treuren niet meer om Qatar.”

'Zwaar om nooit om de prijzen te strijden'

Wat was het wel een opsteker geweest voor het ambitieuze Peugeot en zeker Nico Müller. Jarenlang was de Zwitser één van de absolute toppers in DTM, maar de laatste jaren rijdt hij de meeste van zijn wedstrijden in het World Endurance Championship en de Formule E in de middenmoot, of erger, achteraan. “Het is niet makkelijk, echt heel zwaar”, verzucht Müller, ingaand op hoe lastig het is om nooit om de hoofdprijzen mee te spelen en meestal een figurant te zijn.

Peugeot is een team in opbouw (waarvan overwinningen nog niet worden verwacht), terwijl Müller in de Formule E voor ABT Cupra uitkomt, één van de zwakke broeders in het veld. “Een punt voelt als een overwinning. En dus probeer ik mezelf altijd te vertellen: ‘Als ik dit en dit als resultaat haal, dan moeten we dat vieren als een overwinning’. Die filosofie projecteer je automatisch op je team, want zij beginnen hetzelfde te voelen.”

“Dan kom je in de pits, na de kwalificatie als je de duels [in de Formule E] hebt gehaald of je pakt twee punten in Imola, en de mensen zijn enorm blij. Dat zie je. Dat geeft je een enorme boost, begrijp je? Op die manier heb ik geleerd om deze situaties te managen”, zegt Müller, die beseft dat meer dan in andere sporten een atleet afhankelijk is van zijn materiaal.

Zoveel factoren bepalen succes in de autosport

”Je moet op het juiste moment bij het juiste team zitten om races te kunnen winnen. De Formule 1 is een extreem voorbeeld. Er zijn de afgelopen tien jaar misschien twee teams geweest die de sport domineerden. Als je niet in één van die auto’s zat, wist je dat je geen kampioenschap zou winnen. Na mijn periode in DTM, toen ik een goede run had, heeft er een ommekeer in mijn carrière plaatsgevonden. Zelden heb ik in de beste auto op de grid gezeten. Dat is niet eenvoudig, maar je moet het accepteren.”

Er zijn coureurs die de makkelijke weg kiezen: succes in een klasse, altijd in die klasse. Müller, tweemaal vice-kampioen in DTM, had in Duitsland ongetwijfeld eens een titel gepakt, als hij in de tourwagens actief was gebleven. “Misschien, maar ik wilde een nieuwe uitdaging. Daarom heb ik besloten mijn geluk te beproeven in endurance racen en de hypercar, en de Formule E. Ik wist dat er tot op zekere hoogte een risico was. Autosport is zo bezien best wreed. Het is niet zo dat er bij alle teams elk jaar volop plek is en men zegt: ‘O, wil je de beste auto op de grid besturen?’ Het komt weinig voor dat je zo’n kans krijgt, je moet op het juiste moment op de juiste plek zijn.”

Combinatie van Formule E en WEC

Wellicht komt er voor komend seizoen een kans bij een topteam voor Müller. Het is een publiek geheim dat hij kortgeleden testte voor het sterke Porsche Formule E-team, al kan de Zwitser daar helemaal niets over zeggen. Wel geeft hij aan graag in zowel WEC als de Formule E uit te komen. “Ik vind het echt heel leuk om beide kampioenschappen te doen. Dat is een voorrecht. Het is een gouden periode voor het endurance racen in een hypercar, met zoveel concurrentie.”

“Al die fabrikanten die Le Mans en de titel willen winnen. En Formule E wordt steeds relevanter in de autosport. Vooral omdat je de gebruikte technieken terugziet in de straatauto’s. Dat maakt het zo interessant voor fabrikanten. Je hebt grote fabrieksteams, die op een zeer hoog niveau functioneren. En het niveau van rijders is extreem hoog. Dat maakt de sport interessant; om jezelf te meten met de beste in je vakgebied.” 

Müller wil ook zelf gaan winnen

En hopelijk, zo zegt Müller, staat ook hij dan na afloop van een race met een beker in de handen. Met Peugeot is dat realistischer dan met zijn FE-team ABT. “Er ontbreekt weinig. Qua performance moeten we alleen het gat verkleinen met de grote jongens. Dan heb ik het over Peugeot. Als klantenteam [in de Formule E] hebben we waarschijnlijk met Mahindra waarschijnlijk de slechtste powertrain van de grid. Helaas is dat de realiteit. Dus daar gaan veranderingen plaatsvinden.”

Over zijn eigen toekomst bij ABT zegt Müller: “Ik weet niet of ik er doorga of niet. Maar het is wel het doel om dat te doen. Maar ik wil wel een situatie waarin ik kan meedoen voor de winst.”