Interview
‘Als iemand 20 miljard wil betalen, dan is de F1 dat kennelijk waard'
De waarde van de Formule 1 neemt razendsnel toe. Eind 2016 kocht Liberty Media de F1 voor 4,6 miljard dollar. Inmiddels wil Saoedi-Arabië via een staatsfonds de Formule 1 overkopen voor naar verluidt twintig miljard dollar. “Arabieren zijn hele trotse mensen. Als ze eenmaal hun zinnen op de F1 hebben gezet, dan laten ze niet snel los”, zegt Frank van den Wall Bake, een van de toonaangevendste sportmarketeers van Nederland over een mogelijke overname.
Een Grand Prix en een ePrix heeft Saoedi-Arabië al, binnen enkele jaren wil het land ook de Olympische Spelen en het WK voetbal organiseren. Als het aan kroonprins Mohammad bin Salman ligt, blijft het daar zeker niet bij. Een bod van twintig miljard dollar om de rechten van de Formule 1 van Liberty Media over te kopen, werd naar verluidt eind 2022 afgewezen.
Honderden miljarden
“Saoedi-Arabië en alle andere landen in de Midden-Oosten zijn zeer op sport gefocust”, zegt Van den Wall Bake, die onder meer Ajax, het Nederlands Elftal en de Volvo Ocean Race begeleidde. Hij is bovendien een groot liefhebber van de Formule 1. “Met sport willen ze zich qua prestige en voor het verder aantrekken van het toerisme nadrukkelijker op de kaart zetten. Er is natuurlijk een bodemloze put met geld, waarmee het Public Investment Fund is opgericht. Er schijnen enkele honderden miljarden in te zitten. Twintig miljard kan dat fonds makkelijk lijden.”
Hij vervolgt: “Of het een terechte en reële waarde van het F1-circus is, dat wordt enigszins gekleurd door die enorme drang (om zich te profileren). Aan de andere kant gaat het om een marktmechanisme, vraag en aanbod. Als er iemand in de wereld 20 miljard dollar voor wil betalen, dan is het dus kennelijk 20 miljard waard.”
Wellicht een hoger bod?
Het bod werd in elk geval afgewezen, zo werd de laatste dagen duidelijk. Of daarmee een overname definitief van tafel is, moet de komende tijd blijken. “Het kan een kwestie zijn van eerst ‘nee’ zeggen, want dan komen ze wellicht met een nóg hoger bod. Vergeet ook niet: de teams hebben weliswaar geen echte zeggenschap over het hele circus, maar er wordt wel degelijk naar ze geluisterd. De teams zien dit (verkoop) als een extra bron van inkomsten, want dan kunnen de prijzengelden worden verhoogd. De teams zeggen ongetwijfeld dat de dialoog moet blijven bestaan.”
Sowieso staan de Saoediërs er niet om bekend dat ze bij tegenslag afhaken, meent Van den Wall Bake. “Ik heb zelf een tijdje in het Midden-Oosten gewoond, ik ken de Arabieren een beetje. Het zijn hele trotse mensen. Als ze eenmaal hun zinnen hebben gezet op de F1, dan laten ze niet snel los. Tenzij Liberty Media zegt: ‘No way, absoluut niet, kom over vijf jaar maar eens terug, want dan zijn we nog meer waard’.”
Ideale uitgangspositie voor Liberty Media
Ook Van den Wall Bake heeft de wereldwijde groeispurt van de Formule 1 gezien. Met het jaar neemt de populariteit en als gevolg de waarde van de sport toe. Het einde is nog niet in zicht. “Zeker met waarschijnlijk een nieuw Amerikaans team erbij, is de kans daarop zeer groot. Andretti en General Motors zijn niet de eerste de beste. Voor Liberty is dat ideaal. Er zit nog een ontstellende groei in, dus het is goed mogelijk dat de eigenaar denkt: ‘Van bijna vijf miljard naar twintig miljard is prachtig. Maar als we een paar jaar wachten, is het wellicht vijftig miljard waard’.”
Een heikel punt bij een overname door een Saoedisch staatsfonds kan de mensenrechtensituatie in het land zijn. “We praten allemaal over de mensenrechten in die landen, en terecht”, zegt Van den Wall Bake. “Aan de andere kant is het de poen die uiteindelijk overheerst. Zeker de teams zullen druk zetten op Liberty. Gekocht voor vijf miljard en er wordt nu twintig miljard geboden, dat is iets wat niet te negeren valt.”
“Uiteindelijk gaan ze het heel zorgvuldig brengen. Dat ze afspraken gaan maken, dat er vanuit de overheid maatregelen komen ten aanzien van de mensenrechten, enzovoort. Alle mooie woorden worden op een hele slimme manier in een persbericht opgeschreven. De wantoestanden in dergelijke landen gaan niet de bottleneck zijn. Het gaat erom of ze op dit moment willen verkopen en zo ja, voor welke prijs? Of wachten ze nog een paar jaar waarin de Formule 1 nog meer waard wordt?”
