F1 Nieuws
Norris valt onder het 'Hamilton-kamp': 'Dit is iets volledig voor mezelf'
Daniel de Ruiter
Lando Norris heeft met zijn E sports team Quadrant een kledinglijn gelanceerd en lijkt daarmee in de voetsporen te treden van Lewis Hamilton. Norris zegt blij te zijn met het project voor zichzelf, maar nog niet zo zelfverzekerd te zijn als de Mercedes-coureur.
In gesprek met het internationale mannenblad GQ.com bespreekt de McLaren-coureur de aanloop naar het nieuwe Formule 1-seizoen, maar ook de randzaken. Het medium verdeeld de coureurs op de grid in twee kampen met aan de ene kant de types als Max Verstappen die volledig zijn toegewijd aan het racen en trainen en aan de andere kant de types als Lewis Hamilton met een rijk leven buiten de sport. Norris heeft zijn eerste stappen gezet in die tweede categorie met een eigen kledinglijn. GQ is benieuwd of we van Norris in de nabije toekomst ook Hamilton-achtige outfits kunnen verwachten.
Norris: “Nee, dat denk ik niet. Ik heb niet zoveel zelfvertrouwen. Maar misschien over een paar jaar wel. Er zitten wel een paar gave dingen aan te komen. Ik heb onlangs veel beslissingen gemaakt op dat gebied.” Norris is vooral blij om een project te hebben dat meer voor hemzelf is. De jonge Brit is druk genoeg met McLaren en de Formule 1, maar met zijn eigen kledinglijn kan hij zijn volledige eigen input kwijt. “Al die extra kleine logo´s en verplichte dingetjes zijn niet nodig.”
Norris kijkt het meest uit naar Miami
Het gesprek eindigt op een sportieve noot, waarin Norris ook de verwachtingen voor komend seizoen uitspreekt. De McLaren-coureur zegt het meest uit te kijken naar de nieuwe Grand Prix van Miami en maakt daarmee zijn zojuist geschepte reputatie als toekomstige F1-jetsetter waar: “Ik denk dat het een gekkenhuis wordt. Het is een leuke plek en een gaaf circuit. Ik verwacht dat het een beetje als Monaco gaat worden. Het heeft natuurlijk niet dezelfde historische traditie als Monaco, maar ik denk dat het dezelfde essentie heeft met alle bekendheden die erbij willen zijn en het grote publiek.”
