Slechts drie teams waren het die afgelopen seizoen voor podia en overwinningen vochten, los van de uitzondering die Force India heette in Azerbeidzjan. Deze werkelijkheid strookt niet met het beeld dat Kevin Magnussen vroeger van de Formule 1 had.
De Deense coureur stelde zich de Formule 1 heel anders voor, maar weet inmiddels als vele andere coureurs dat je met een team in het middenveld nauwelijks kans maakt om in de top drie te eindigen. Daarvoor zijn Ferrari, Mercedes en Red Bull te sterk.
Zelf stond hij één keer op het podium, met McLaren in 2014. Bij Haas is het een ander verhaal, verre van wat hij eigenlijk wilde bereiken. “De mentaliteit die ik nu heb, ligt zo ver van wat ik dacht dat ik zou hebben. Dat is totaal niet leuk, maar het gaat nog steeds om de Formule 1 en je haalt voldoening uit je werk goed doen. Maar ik kijk uit naar de dag dat er een kans ligt”, vertelde hij aan ESPN.
Renault en Haas waren verwikkeld in een gevecht om de vierde plek in het constructeurskampioenschap en zullen dat in 2019 hervatten, maar veel meer zit er waarschijnlijk niet in het vat. “Zo is de sport tegenwoordig nu eenmaal, je kan het vergeten als je niet bij een van de drie topteams hoort. Dat is een best sneue situatie.”
