Volgens commercieel directeur Sean Bratches zijn de gesprekken die de F1 voert met Zandvoort niet alleen gaande, hij noemt ze bovendien goed en productief. Een Grand Prix in de Hollandse duinen lijkt steeds waarschijnlijker.
1985. Toen deed de koningsklasse van de autosport Nederland voor het laatst aan. Destijds werd er gereden op Zandvoort, met een illustere naam als winnaar: Niki Lauda.
Het Circuit Zandvoort organiseerde al dertig keer eerder het F1-spektakel. Juist die historie lijkt ze een streepje voor te hebben gegeven. Chase Carey, eigenaar van Liberty media, liet enkele weken geleden optekenen dat hij zocht naar 'Formule 1-erfgoed.' Daarmee doelde hij op circuits met een rijk verleden, die in het verleden ook werden verreden. "We zijn erg geïnteresseerd in Nederland", bevestigt directeur Bratches nu bij Reuters.
LEES OOK: Nóg een circuit in de race voor plek op F1-kalender
Recent keerden ook andere historische circuits terug op de kalender. Onder meer de Red Bull Ring (2014), het Autódromo Hermanos Rodríguez (2015) en Paul Ricard (2018) behoren nu weer tot het jaarlijkse curriculum. Die drie circuits waren stuk voor stuk ruim een decennium van de rader verdwenen.
"Er worden goede, productieve gesprekken gehouden en ik ben voorzichtig optimistisch dat we de fans daar kunnen verrassen, om gebruik te maken van de Max Verstappen-factor", benadrukte Bratches desgevraagd eens te meer.
Overigens gaf Bratches ook aan dat er gesprekken worden gevoerd met meerdere potentiële organisatore. "We bevinden ons in een buitengewoon gunstige positie, denk ik, omdat de Formule 1 een aantrekkelijk product is voor landen over de hele wereld.
"Vanuit het oogpunt van een merk én vanuit de geschiedenis, is het onze bedoeling om de circuits waar F1-erfgoed ligt nieuw leven in te blazen. Wij denken dat dat een belangrijk onderdeel is van de Formule 1. Tegelijkertijd zijn we een beursgenoteerd bedrijf, we hebben verplichtingen om de investeringen die ze in de sport maken te maximaliseren."